Spionnage en geheime dienst.
(Nov. 1916.
aan hun vaderland, een merkwaardig vermogen om zich aan de
zeden en gewoonten van de landsbewoners aan te passen en zich
onder dezen vrienden en handelsrelaties te verwerven.
Het is dus een proces van vreedzame doordringing, evenals van
de Duitschers in Europa; soms worden spionm n expresse ijk van
uit het moederland uitgezonden, doch vaker zijn de inlichtingen, die
de vreemde indringers daarheen overbrieven, toevallige baten, die
hun regeering weet te gebruiken. Vele inlichtingen zijn natuurlijk
van geen waarde en moeten op de betrokken regeeringsbureaux
worden ter zijde gelegd.
Met de hun eigen grondigheid en hun gewoonte om alles tot
in bijzonderheden voor te bereiden, weten de betrokken japansche
autoriteiten van de aanwezigheid van landgenooten in den vreemde
op voortreffelijke wijze voor hun inlichti1 gscienst gebruik te maken.
Bereiken ze hiermede een bepaald gesteld doel riet, dan zenden ze
personen met eene bepaalde opdracht uit
Indien de verschillende courantenbeiich en over het optreden der
Japanners in China juist zijn, dan vat hieruit te leeren, dat zij door
middel van hunne geheime agenten zich eerst invloed in het be
trokken land verzekeren, vervolgens stemming tegen de daar be
staande regeering maken, waardoor ongeregeldhecen ontstaan, die
hun gelegenheid geven tot irgrijpen, zoogenaamd tot bescherming van
hunne belangen, vooral, wanneer Japansche onderdanen in die
ongeregeldheden schade aan lijf en goed geleden hebben; veelal
zouden dergelijke incidenten met opzet uitgelokt worden om een
voorwendsel tot het eischen van bijzondere voorrechten te verkrij
gen. Bijzonder leerzaam in dit opzicht is het geschrijf van den
bekenden journalist Takekoshi, waaruit hieronder etnige teekenen-
de aanhalingen volgen
„Soms kunnen wij ons gebied vergrooten door zoogenaamd vre
delievend binnendringen, maar soms dienen wij aanvallend op
„te treden. Als wij dit laatste doen, zullen wij ongetwijfeld door
„Europa en Amerika een oorlogszuchtig volk worden genoemd.
„Maar ik geloof niet, dat een oorlogszuchtig volk altijd verfoeilijk
„is, enz." En dit: „Europeanen zeggen altijd, dat het een last voor
1) Teekenend in dit opzicht is de opneming van eenigejapanners in de
Ned.-Ind. politieke vereeniging „Insulinde."