Nov. 1916]
Het schieten op vliegtuigen, enz.
toch wel gezegd worden, dat aan de beide eerste eischen vrijwel
voldaan is geworden, want het commando is teruggebracht tot het
uitspreken of op andere wijze kenbaar maken aan den richter van
een eenvoudige cijferstelling, overeenkomende met den noodig ge-
achten hoogte- en breedtestand, terwijl voorts zonder aan de richt-
middelen iets te verstellen (tenzij een kleminstrumentje ter aandui
ding noodzakelijk geacht mocht worden, wat m. i. niet het geval
is) de richter, na bepaling in het richtraam van de plaats van het
plaatje, waarop de aangeduide cijferstelling staat, dadelijk met vuren
kan doorgaan; de bepaling van de plaats van het te bezigen plaatje
is weder gemakkelijk gemaakt door de nummers duidelijk te laten
uitkomen en deze systematisch te plaatsen. Aan de derde eisch kan
niet voldaan worden zonder in strijd te komen met de tweede voor
waarde van het hoofdbeginsel het schieten in een zoo goed mogelijke
richting waardoor men genoodzaakt is een middenweg te zoeken om
in totaal een maximum kans op uitwerking te bereiken. Hier wordt de
toestand moeielijk, want een telkens veranderen der richtgegevens
stoort de bedieningen vermindert de gemiddelde vuursnelheid, terwijl
een te lang behouden van een zelfden hoogte- en breedtestand gepaard
gaat met een verslechtering der trefkans. In de Mei-aflevering 1. M. T.
wordt ook reeds hieromtrent gezegd, dat de keuze van de werkelijke
afmetingen van de vakjes van het richtraam of wat op hetzelfde
neerkomt: het stellen van de hiervoren bedoelde grens een kwes
tie van appreciatie is, hetgeen evenwel aan het wezen der methode
natuurlijk weinig toe of af doet. Doch over dit laatste straks uit
voeriger.
In hoeverre wordt nu ook bij de methode P. aan de beide eerste
der drie hiervorengenoemde eischen voldaan, of m. a. w. is bij de
methode P.natuurlijk geheel buiten beschouwing latende de te
bereiken kanswaarde van het enkele projectiel het aantal te ver
schieten patronen grooter of kleiner? Het laatste moet onvermijde
lijk het geval zijn, omdat a het commando hoogstens even eenvoudig
kan zijn als bij de methode O., b het vuur minstens onderbroken
is gedurende den tijd, dat de richtmiddelen gesteld worden, hetwelk
laatste een eisch blijft, ook al mocht worden overgegaan tot het gebruik
van overeenkomstige hulprichtmiddelen als bij de methode O. (zie
laatste zinsnede noot bladz. 148 W. J.) en c bij het schieten
met vasten stand als tegenstelling van volgend vuur gelet op
1190