Het schieten op vliegtuigen, enz. [Nov. 1916. Eens aannemende, dat geen doelen onder vuur genomen worden met terreinhoeken beneden 20°, voorts de doelen met terreinhoeken tot 20° uitschakelende en de 10C°/o alsdan onder vuur te nemen doelen verdeelende in verhouding van de getallen der vorenstaan de verschillenreeks, dan krijgen we (voor de terreinhoekgroepen 20 tot 30°, 30 tot 40° enz., als gemiddelde in de plaats stellende 25°, 35» enz.) terreinh. gein. 25° 3?° 45° 55° 65° 75° 8Co o/o doelen 24 22 19 ÏF~TT 7 2 Met de gegevens van reeks III en VI laat zich gemakkelijk de volgen de tabel (bldz. 1200) samenstellen, met in de vakjes in °/0 uitgedrukt de waarschijnlijkheden w' ^W2 voor de verschillende mogelijke ge vallen, waaronder de bereikbare deelen zich kunnen voordoen. Deze tabel leert ons b.v., dat van de bereikbare doelen ongeveer 2/3 ge deelte verwacht moet worden boven de 1250 M. en beneden de 60°. De heer P. neemt in het W. J. de terreinhoeken als te liggen tusschen 40° en 90°. Waarom het minimum zoo hoog gesteld is, is niet aangegeven. Van zelf sprekend moet dat niet worden geacht, daar het vrij dikwijls zal voorkomen, dat bereikbare doelen kleinere terreinhoeken hebben. Het is m. i. beter het maximum lager te stellen b. v. op 20°, of anders in het geheel geen grens te stellen en 1199 30 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 65