De belangstelling noor bet paard en de beuordering der paardensport in Ilederlandsch-Indië. De 2de aflevering van het Orgaan der Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap (1915—1916) en het verslag der debatten op de te Breda gehouden vergadering van genoemde vereeniging naar aanleiding van de brochure van den inmiddels overleden generaal J. H. Knel (zie genoemde 2e Afi.) leeren ons, dat het er met den huidigen stand van de remonteering in Nederland alles behalve rooskleurig uitziet. Het gehalte van het legerpaard zal in de eerste tien jaren nog niet tot de vereischte vorm teruggebracht kunnen worden zonder zeer groote uitgaven. Ook hier heeft zich dus weer het axioma doen gelden, dat men in oorlogstijd, ook zonder zelf in oorlog gewikkeld te zijn, zooveel mogelijk onafhankelijk moet zijn van andere landen; dat men in eigen land ten allen tijde moet kunnen beschikken over bronnen, wier exploitatie in noodgevallen intensiever kan plaats hebben, of wel hulpbronnen en dit is het geval met de paardenkwestie wier opbrengst in oorlogstijd geheel ter beschikking van den staat komt. Immers we kunnen niet meer veulens ter wereld laten brengen, omdat er oorlog is, en nog minder van veulens spoediger volwassen paarden maken, omdat er haast bij is. Over remonteering evenwel wil ik het hier niet hebben, maar wel over de belangstelling voor het paard1) en de bevordering der paardensport in Nederlandsch-Indië, meer in het bijzonder op Java. Blijkens de boven aangehaalde debatten acht „men" (d.w.z. first rate paardenkenners, -houders en -fokkers) in Nederland de verhooging dier belangstelling en de beoefening op uitgebreider schaal van de paardensport een der middelen, dat zonder al te veel kosten direct ter hand genomen kan en moet worden ter bereiking van het doel. Waar, in geval van oorlog, het paardengebrek zich 1) In hoofdzaak is bij het volgende rekening gehouden met „groote" paarden, dus Australiërs, Arabieren en Perzen, hoewel de kleinere rassen niet uitgesloten mogen worden. O. 1212

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 78