in DjamBi en Palembang. [Nov. 1916.
In den namiddag van den 26sten Augustus verzamelden zich te
Moeara-Tembesi voor het huis van zekeren Hadji Agoes een 30
a 40 tal lieden, die geleidelijk aan een dreigende houding begonnen
aan te nemen, waarom dan ook de hulp werd ingeroepen van de
Gewapende Politie (bestaande uit, zooals wij hierboven hebben ge
zien, 1 brigade a 20 man onder 1 Inl. sergeant).
De brigade-commandant, sergeant Samin, begaf zich met 12 man
op weg en, daar de houding van de menigte steeds dreigender werd,
sommeerde hij haar driemaal om uiteen te gaan. Hieraan werd even
wel geen gevolg gegeven, integendeeluit de menigte, die intusschen
tot 50 a 60 man was aangegroeid, deden plotseling 2 man een aan
val op Samin, met het gevolg dat deze, door een krissteek in den
buik getroffen, neerviel. Thans openden de gewapende politiedienaren
het vuur en ontstond een algemeen gevecht, daarmede eindigende,
dat de geheel omsingelde politiedienaren door de opstandelingen met
krissen werden afgemaakt.
Deze trokken nu naar de kazerne, waar nog slechts 6 politiedie
naren (2 waren op transport) beschikbaar waren om de vrouwen
en kinderen tegen de rebellen te verdedigen, waartoe zij een gere
geld vuur op de menigte openden. Deze wist van geen wijken en
slaagde er al spoedig in de kazerne met petroleum te begieten en
in brand te steken, waardoor de bewoners genoodzaakt waren om,
gebruikmakende van eene door eenige salvo's ontstane verwarring,
hun heil in de vlucht te zoeken. In die verwarring wisten de vrou
wen en kinderen zich onder de opstandelingen te mengen, waardoor
het meerendeel van een wissen dood werd gered; van de politie
dienaren konden er maar 2 ontsnappen.
Na het afbranden van de kazerne ondergingen ook het hulppost
kantoor en een loods van de B. O. W. hetzelfde lot.
Toen de controleur in den vroegen ochtend van den 27sten Au
gustus van den overval bericht had ontvangen, begaf hij zich in de
richting van zijn standplaats, welke op den gouvernementsstoomer
Moeara-Enim werd gepasseerd. De rebellen, die zich te Moeara
Tembesi in hinderlaag hadden opgesteld om den controleur bij het aan
land komen te overvallen, zagen hun plan mislukken, daar de M.
Enim doorstoomde, evenwel niet dan na door de rebellen onder
vuur te zijn genomen, wat zich achtereenvolgens bij de doesoens
Rantau 'Kapas, Troesan en Melaparei herhaalde. Bij deze beschie-
1221