IN Djambi en Palembang. (Nov. 1916. spoedige verbinding te zoeken met den Resident, in de tweede plaats M. Tembesi te bezetten. Den 31sten Augustus, na o. m. de vivres-voorraad te hebben aan gevuld, vertrok de Mil. Commandant om 5 u. v.m. en bereikte ter hoogte van Tebing-tinggi den Resident, die aldaar met zijne vaar tuigen reeds een nacht en een dag had gelegen met het oog op den ernst van den toestand en door het gebrek aan brandstof (hout) voor zijne schepen. De Resident had n.l. tot aan doesoen Toerai Moeda de bevolking goedgezind aangetroffen; vrouwen en kinderen waren in de kam pongs aanwezig. Bij Toerai werd een militaire patrouille aan land gezet, welke een aanval van eenige bendeleden te verduren had, waarbij 2 kwaadwilligen werden neergelegd. Berichten wezen uit, dat vanaf Pakoe-Hadji (bovenstrooms van M. Tembesi in de richting van Sarolangoen) tut aan Loeboek Roesa (benedenstrooms M. Tembesi) en langs de Batang Hari vanaf doesoen Mersam in de richting van M. Tebo de bevolking, ongeveer 20CO weerbare mannen sterk, aan de beweging deelnam. Voorts had op 29 Augustus bij het innemen van brandhout te Koeboekandang een aanval met blanke wapenen plaats gehad, waarbij 15 rebellen werden neergelegd en onzerzijds 1 Eur. sergeant, 1 Inl. fuselier en 1 politie dienaar licht gewond raakten. Den len September stoomden alle vaartuigen gezamenlijk door naar Rengas Tjomdong; er waren toen bijeen o brigades Infanterie en 1 brigade G. P., benevens een ambulance met een officier van gezondheid. Onderweg was hier en daar onder veiligheidsmaatregelen brandhout ingenomen. Den volgenden dag werd verder gestoomd en ten 1 uur 30jn.m. Rantau-Kapas Moedo, ±1/2 uur benedenstrooms van M. Tembesi, bereikt. De doesoens, welke men nu gepasseerd had, waren geheel verlaten; intusschen wezen de te drogen hangende kleedingstukken erop, dat de bevolking eerst bij de nadering van de schepen was gevlucht. Te Rantau Kapas Moedo debarkeerden 3 brigades onder Kapitein Meeter; 1 brigade vormde, dicht langs den oever varende, de bewaking der rivierstoomers, terwijl 1 brigade Infanterie en 1 brigade G. P. 200 M. daarachter varende als reserve beschikbaar bleven. Kapitein Meeter kreeg in opdracht met zijne brigades in gesloten 1223

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 89