IN Djambi en Palembang. |Nov. 1916. de noodige stappen worden gedaan. Deze geeft dan aan, welke schepen daarvoor beschikbaar zijn en wordt in verband met de troepensterkte en de grootte dier schepen een keuze gedaan. Alsnu moet nog bepaald worden, hoe laat dat schip tot afvaren gereed kan zijn en wordt in verband daarmede en met den voor het gereedmaken van het op excursie te zenden troependeel noodig geachten tijd, het vertrekuur vastgesteld. Daarmede worden dan onmiddellijk de troepencommandanten en verdere betrokken autoriteiten in kennis gesteld, zoodat nu ieder in dezen een houvast heeft. Thans worden ook de spoorwegautoriteiten erin gemoeid om op een bepaald uur voor een extra-trein, dan wel voor extra-wagens ten behoeve van het transport naar de embarkementsplaats zorg te dragen. Alle verschillende maatregelen en bevelen worden samengevat in een zoo spoedig mogelijk op te maken instructie voor den com- mandant van het vertrekkend detachement, welke instructie waarvan hierachter een voorbeeld volgt in afschrift wordt ge zonden aan de daarbij betrokken autoriteiten. Voorts krijgt de Mil. commandant op de Buitenbezittingen tele grafisch bericht, dat en hoe laat de versterking komt en wordt ook de Regeering ingelicht. Als dan tenslotte de troepen met hulpdiensten, dwangarbeiders en voorraden zijn ingescheept en het schip zich onder het gejuich, zoowel van de vertrekkenden, als van de achterblijvenden in beweging stelt, dan heeft ieder, die aandeel had in de voorbereiding van dat vertrek, de voldoening te hebben aangetoond, hoe het Leger in staat is in een minimun van tijd hulp te bieden daar, waar de omstandig heden zulks eischen. Hard is daarvoor gewerkt, doch dat werken geschiedt met opge wektheid in het bewustzijn, dat de hulp te effectiever werkt, naarmate ze vlugger ter plaatse is! (Wordt vervolgd.) A. J. C. JONQUIÊRE, Kapt. O. S. 1229

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 95