Dec. 1916.] Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. a Welken invloed hebben forten en versterkte steden uitgeoefend op de operation te land? b. Welken invloed hebben kustversterkingen uitgeoefend? Bij de beantwoording den aanval van de vloot der geallieerden op de Dardanellen in beschouwing te nemen. Geef in detail de soort en hoeveelheid der bewapening van vloot en versterkingen. Welke zijn de verliezen aan personeel en materieel door béide partijen geleden c. Geef een korte beschrijving van den aanval der geallieerden op het landfront der ersterkingen. Hoeveel troepen werden door beide partijen gebruikt en welke verliezen werden geleden? Het antwoord op vraag a. behandelt achtereenvolgens het lot van Luik, Namen en de werken aan de Fransche N. O. grens, Ant werpen, Verdun, Przemysl en andere Russische vestingen. De conclusiën luiden: De besproken forten en vestingen hebben niet voldaan, omdat zij, in vredestijd gebouwd, bij den vijand be kend waren, zoodat deze bijzonder geschut construeerde om ze te vernietigen De bewapening der forten was niet modern, zoodat zij het tegen die van den aanvaller moest afleggen en zulks te meer wijl de verdedigende troepen niet zoo lang mogelijk den aanvaller op voldoenden afstand der vestingwerken hielden. In de toekomst zal slechts succes zijn te verwachten van een zoodanige versterking van uitgestrekte terreinen, dat de grootste beweeglijkheid zooveel aan troepen als aan het geschut zal worden verzekerd. Voor duidelijk zichtbare forten van steen en ijzer is geen plaats meer. Permanente batterijen zullen alleen worden gebouwd op belangrijke punten en met hoofdtaak den vijand, door hem te noodzaken zijn zwaar geschut in stelling te brengen, tijdverlies te berokkenen Het mobiele geschut zal worden opgesteld in aarden werken en goed verborgen voor den vijand Slechts wanneer de verded ger sterk is aan mobiele troepen en aar. mobiel geschut, zal hij er in slagen den vijand op afstand te houden. Uit het antwoord op vraag b is het volgende de hoofdzaak: De vier batterijen aan den ingang werden van 19-2 i Februari gebombardeerd met het resultaat, dat zij alle vernietigd werden. Dit is het gevolg daarvan, dat het geschut niet voldoende machtig was om den strijd tegen het scheepsgeschut te kun nen opnemen. De schepen stelden zich voor de beschieting op buiten het bereik van het kustgeschut. (Na beschouwing van talrijke teekeningen en foto's in de geïllustreerde bladen zm- den wij zeggen, dat de fout niet lag aan het kaliber, maar aan de buitengewoon zichtbare opsttlling van het geschut. D) Van 1 tot 18 Maart hadden gevechten plaats voor het Nauw van Tsjanak Fort Dardanus (Xl cM. kanonnen) en andere in de nabijheid daarvan liggende batterijen \yaren dagelijks onder vuur van 16 kanonnen van 3 i cM en 43 van li cM. Geen enkele 1362

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 106