De Veldversterkingskunst in het N. i. Leger. (Dec. 1918.
verlaat om in een daarvoor geschikt terrein eene stelling in te
richten volgens alle regelen der kunst, voorzien van hindernissen,
maskeering, schuilplaatsen, uitkijkposten enz., waarbij dan niet al
leen gelegenheid is om kennis te maken met de verschillende
moeilijkheden, die zich daarbij voordoen, maar ook om ten slotte
zich te oefenen in de verkenning van eene oordeelkundig ingerichte
verdedigende stelling. Dat eene dergelijke oefening grondig moet
worden voorbereid, dat het gekozen terrein te voren moet worden
verkend, dat officieren en kader volkomen op de hoogte moeten
gebracht worden van de bedoelingen van den leider en dat schetsen
moeten worden uitgereikt van het gekozen type van loopgraaf enz
dat zijn allemaal zaken, die feitelijk reeds van zelf spreken, doch
toch onmisbaar zijn voor het slagen der oefening.
Ten slotte zou een verslag in dit tijdschrift meer bekendheid
kunnen geven aan de bij de oefening ondervonden moeilijkheden
en de opgedane ervaringen en tevens eene opwekking zijn voor
anderen om het voorbeeld te volgen.
Want ook in meerdere publicatie in onze periodieken zien we
een middel om meer belangstelling in de beoefening der veldver
sterkingskunst te kweeken.
Gelijk reeds werd opgemerkt, bepaalde het meerendeel van het
gepubliceerde in de laatste jaren zich en ook ons artikel valt
in zeker opzicht onder deze rubriek tot het constateeren der
achterlijkheid op het gebied der veldversterkingskunst in het
Indische leger.
Dit feit is thans dus voldoende op den voorgrond gesteld en valt
derhalve in den vervolge meer heil te verwachten van artikelen
van opbouwende kracht, waarvoor we indien de redactie daar
mede instemt onze bescheiden krachten beschikbaar stellen.
Intuschen is de daad, de werkelijke uitvoering van een ontworpen
oefening, de overwinning der opduikende moeilijkheden, ja wellicht
ook het ontzenuwen van gebrek aan belangstelling of zelfs tegen
werking, van veel grooter verdienste.
En het is dan ook met het uitspreken van de hoop, dat er in
derdaad zich krachten zullen opwerpen om mede te werken tot het
doen opleven van de veldversterkingskunst in ons leger, dat we
thans dit artikel besluiten.
B. en v. K.
1283
I. M. T. 1916. 82