De zeeslag bij Jutland op 31 Mei 1916.
[Dec. 1916.
moet te zenden om de nadering van deze door torpedoaanvallen
te vertragen. Sir Robert Arbuthnot, die met zijne vier kruisers de
hoofdmacht eenigen afstand vooruit was, wierp zich toen op de
kleinere Duitsche vaartuigen, doch kwam daarbij onder het vuur
van de Duitsche slagkruisers, met het gevolg, dat zijn vlaggeschip,
de Defence, en de Black Prince verloren gingen en de Warrior zoo
zwaar beschadigd werd, dat zij de slaglinie verlaten moest en later
zonk. De Warspite, van het eskader van Thomas, kreeg een defect
aan het roer, ten gevolge waarvan zij hare plaats in de slaglinie
verliet en het vuur der Duitsche schepen tot zich trokhierdoor
schijnt de Warrior gelegenheid gekregen te hebben om terug te
trekken. Ondertusschen werd de Warspite aanzienlijk beschadigd;
zij bleef evenwel drijvende en kon Engeland bereiken.
Tegen 7 u. n. m. begon de eigenlijke slag, d. w. z. de strijd
tusschen de Grand Fleet en Scheer's volle-zeevloot. Het geschut
vuur was buitengewoon hevig; Hipper's vlaggeschip, de Lützow,
werd buiten gevecht gesteld en zonk later op weg naar huis. De
torpedovaartuigen, begunstigd door het mistige weder, deden her
haaldelijk stoutmoedige aanvallen, waarbij o. a. het slagschip Marl
borough getroffen werd, doch niet zonk. Dezelfde mist had uit den
aard der zaak een ongunstigen invloed op het geschutvuur, al werd,
naar sommige berichten luiden, een enkele keer op slechts 6000 M.
geschoten. Hoewel alzoo geen beslissende verliezen werden toege
bracht, schijnt Scheer begrepen te hebben, dat de overmacht
te groot was, zoodat tusschen 7.30 en 8 u. n. m. de beide vloten
elkander kwijt raakten. Onder dekking van lichte kruisers en jagers,
die dikke rookwolken uitbliezen, welke met den mist en het inmid
dels invallende nachtelijk duister een dicht masker vormden, van
waaruit torpedoaanvallen op de Britsche schepen ondernomen wer
den, ging de Duitsche vloot terug en het schijnt, dat hiermede de
eigenlijke slag geëindigd was. Alleen partiëele aanvallen van jagers
en lichte kruisers van beide partijen kwamen in deze phase van
den slag voor. Drie Duitsche kleine kruisers werden in deze nach
telijke-ondernemingen buiten gevecht gesteld, n. 1. de Frauenlob.de
Rostock en de Elbing. Het slagschip Pommern schijnt door een
torpedoschot tot zinken gebracht te zijn.
Te 3 u. v. m. van den lsten Juni riep Jellicoe zijne vooruitgezon
den vaartuigen terug; de Duitsche vloot was omtrent dien tijd
1287