IN Djambi en Palembang. |Dec. 1916. gebouwen werden verbrand. Bij den aanval op de tot versterking ingerichte kazerne moesten de rebellen met bebloede koppen afdeinzen, daar hun een verlies werd toegebracht van ongeveer 40 dooden (waarvan 26 in onze handen) en 60 gewonden. Aan onze zijde waren geen verliezen. In het Saroelangoensche bleef de gisting aanhouden; de geheele bevolking van het district Batang-Asai had zich bij de opstandelingen aangesloten, evenals de Depati (doesenhoofd) van Lidoeng met 3 zoons (7 Sept.). De mogelijkheid van een aanval op Soeroelangoen Rawas werd niet uitgesloten geacht. In Kerintji bleef alles rustig; wel werd troepenversterking gevraagd, doch met de bedoeling om het uitwijken van opstandelingen naar dat gebied te voorkomen, de bevolking tegen vexatiën van eventueel uitgeweken rebellen te beschermen en zoo r.oodig aan Bangko hulp te verleenen. Op den llden September bleek, dat ook de bevolking van Boven- Toengkal (aan de grens van Indragiri) aan het verzet deelnam. Deze bevolking telde 1200 weerbare mannen, die echter slechts over weinig vuurwapens beschikten. Thans tot de actie terugkeerend zullen we achtereenvolgens behandelen: 1 De actie van uit de hoofdplaats Djambi. De „van Hogendorp" met de Java-compagnie kwam in den na middag van den f-den September te Djambi aan. Aangezien men zich aldaar ernstig ongerust maakte over eene rechtstreeksche be dreiging en allerlei alarmeerende geruchten daaromtrent de ronde deden, beslool de PI. Mil. Commandant van de aangekomen ver sterking 3 brigades aan te houden, zoodat men ter hoofdplaats de beschikking hield over brigades Inf. en 1 brigade G. P. De andere 5 brigades van Java vertrokken onder den comp. commandant den 6den 's middags op 2 Chineesche stoomers naar M. Tembesi, alwaar zij den volgenden middag aankwamen. De Gew. Mil. Commandant beschikte derhalve toen over 10 brigades Inf. en 1 brigade G. P., welk aantal 2 dagen later met 2 brigades Inf. en de brigade G P. verminderde. Deze troependeelen werden nl. als dek- 1305

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 45