IN Djambi en Palembano, (Dec. 1916. Remadji (tusschen M. Tembesi en M. Tebo) verblijf hield. Te Pe- laboean Dagang, dat intusschen reeds door onze troepen verlaten was bevonden, zou een voorpost van 100 man gestaan hebben om Remadji te dekken tegen een mogelijken aanval van onze troepen van uit Beneden Toengkal. In het begin van de maand werden te Tebing Tinggi in de re sidentie Palembang enkele boodschappers van verzetshoofden uit Djambi gearresteerd en hoewel van een opstandige beweging in Palembang nog niets bleek, werd het toch noodzakelijk geacht om als voorzorgsmaatregel door 1 compagnie te doen patrouilleeren in de Palembangsche Bovenlanden en de Ogan- en Komering-streek. In verband met de sedert ingetreden verbetering in den toestand langs de Batang-Hari kon aan de actie aldaar 1 compagnie van Inf. XVI onder bevel van kapitein Frankamp worden onttrokken, welk troependeel den 9den October ter hoofdplaats Palembang aan kwam. Deze compagnie zou evenwel een andere bestemming krijgen dan haar oorspronkelijk was toebedeeld. Er was nl. onrust ontstaan in de afdeeling Rawas, waarheen Djambische opstandelingen uit de Tembesi-streek langs de Batang-Hari-Lekoh (zie bijgevoegde kaart van Palembang) waren afgezakt, die nu met de bevolking van de doesoens Paoe en Batoe Koetjing oprukten tegen Soeroelangoen Rawas. Op 9 October was de bende, 1000 man sterk, aangekomen bij Loeboek Roembai; op dienzelfden dag deed zich te S. Rawas een incident voor, doordat een door den controleur opgeroepen Sarikat- Abang-leeraar had getracht amok te maken en daarbij was neer gelegd. In verband met een en ander vertrokken op den 10den October van de uit Djambi aangekomen compagnie 3 brigades onder luitenant de Quant rechtstreeks van Palembang naar S. Rawas, ter wijl de comp-commdt. den volgenden morgen met 3 brigades naar M. Klingi vertrok om vandaar met auto's zoover mogelijk den weg M Beliti - Trawas op te gaan en in de richting van S. Rawas te patrouilleeren. Van dezen post werd langs een omweg bericht ontvangen, dat de rebellen de telefoonlijn naar M. Roepit op verschillende plaatsen hadden doorgesneden en dat de controleur met de bezetting, be- 1319

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 59