in Djambi en Palembanq.
[Dec. 1916.
2 afdeelingen met standplaats Soerabaia; de afdeelingen zouden dan
vanuit die standplaatsen doorloopend op meerdaagsche oefening zijn.
De oorspronkelijk uit het 15e Bataljon getrokken afdeeling van Madja-
lengka vertrok dus als marechaussee, had derhalve het recht het
bekende onderscheidingsteeken te dragen en genoot tijdens het op
excursie zijn dezelfde bezoldiging als voor de marechaussee op Atjeh
vastgesteld
Daar in het belang van de leiding der actie in beide gewesten
een verzekerde verbinding tusschen de hoofdplaatsen Djambi en
Palembang urgent was, werd tevens naar elk dezer plaatsen een
draadloosstation van het Korps Genietroepen gedirigeerd.
Den 13e October vertrokken de twee compagnieën van Inf XVI
naar Palembang, alwaar ze den I5en aankwamen; tevoren was daar
reeds kolonel Kroesen met den Commandant van Inf. XVI uit
Djambi gearriveerd, met het doel ook de leiding der actie in de
residentie Palembang op zich te nemen (14 Oct.), terwijl majoor
Smits zou optreden als commandant der in die residentie ageerende
troepen; in verband daarmede ontving hij van den leider der actie
een instructie, welke men hierachter vindt afgedrukt.
De indeeling en patrouillegang voor de beide compagnieën werd
nu als volgt vastgesteld:
a. De 3e compagnie, onder bevel van kapitein Oudsburg, kreeg
als standplaats Batoeradja Patrouilles, elk van 2 brigades, zouden
van Palembang respectievelijk langs Ogan en Komering opruk
ken naar Batoeradja en Martapoera; 2 brigades gingen, zoover
mogelijk per hekwieler, naar Batoeradja om vandaar te patrouil
leeren naar het Ranau-meer en Poeloebringinde overige
2 brigades bleven voorloopig ter beschikking te Palembang.
b. De 4e compagnie, onder bevel van kapitein Wempe, kreeg
Moeara Enim tot standplaats; 2 brigades gingen per hekwieler
voorloopig naar Sekajoe ter patrouilleering in den ruimen om
trek daarvan.
4 brigades reisden per spoor tot Goenoeng Megang en mar
cheerden vandaar naar Moeara Enim ter patrouilleering naar
Moeara Beliti en naar Pagaralam - Telong Padang en terug over
Soegihwaret (Z. van M. Enim.).
2 brigades bleven voorloopig ter beschikking te Palembang.
Daar de toestand in het gewest, behalve in Rawas, rustig was,
1321