IN Djambi en Palembang.
(Dec. 1916.
in Kerintji.
1 Compagnie en 2 brigades van het Garnizoensbataljon van
S. W. K. patrouilleeren in Kerintji, benevens in Boven-Tabir en
Boven-Tembesi.
in Toengkal.
4 brigades van Inf. XVI
te Djambi.
Het detachement Djambi (6 brigades), Staf en 4 brigades
Inf. XVI, met patrouillegebied Beneden-Djambi (met uitzondering
van Toengkal.)
Van deze residentie vraagt de Ajer-Itam-streek al dadelijk onze
aandacht. In de eerste dagen van October wezen n.l. verschillende
berichten uit, dat daarheen tal van opstandelingen waren getrokken.
Zoo was op den 8en October een bende, die over 10 geweren be
schikte, te Pengidaran gesignaleerd op weg naar Ajer-Itam, voorts
was nog bericht ontvangen omtrent een bende van ongeveer 300
man, voorzien van 26 geweren, welke naar Lombok Kapajang aan
de Ajer-Itam zou zijn gegaan.
De opstandelingen zouden bevel hebben gekregen zich aldaar
te verzamelen om een aanval op S. Djambi te ondernemen.
In verband met die berichten vertrok luitenant Grashuis met
3 brigades van Paoe Toeo naar het Ajer-Itam-gebied. In Goeroen
Toeo waren 3 brigades onder luitenant Ashmoneit teneinde de goed
gezinde bevolking aldaar tegen de opstandelingen te beschermen. Bij
het patrouilleeren naar Djernih (Ajer-Itam-gebied) kreeg hij aanraking
met de daar gesignaleerde kwaadwilligen, waarbij er 5 werden neerge
legd en een Beaumontkarabijn benevens 1 geweer werden buitge
maakt. Een brigade dezer colonne sloeg op 13 October bij Taoe
Toeo een aanval af, waarbij 6 dooden, waaronder de aanvoerder, en
wederom 1 karabijn in onze handen vielen. Onzerzijds werden bij
deze ontmoetingen geen verliezen geleden.
Van Moeara Tembesi, dat op 9 October weder in telefonische
gemeenschap met Djambi was, kwam het gunstige bericht, dat ook
de bevolking van de doesoens Ramboelan Asam, Teroesan, en
D. Ambat was teruggekeerdvoorts waren 5 geweren ingeleverd, ter
wijl eenige dagen later kon worden bericht, dat van de f 14COO aan
landsgelden, welke bij het afloopen van M. Tembesi door de op-
1323