Overzicht van de militaire actie
Dec. 1916.]
standelingen waren buitgemaakt, reeds een bedrag van f 8200 was
teruggebracht.
Omtrent de bende, die in de richting van Kota-Baroe was ge
trokken, werd [half October vernomen, dat een deel daarvan zich
zou ophouden in eenige kampongs aan de Boven-Batang-Hari.
Patrouilles uit M. Tebo werden daartegen ingezet.
Aangezien het in Kerintji rustig bleef, kon aan de troepen van
het Garnizoensbataljon van S. W. K. worden opgedragen om
ook Bangko te bezetten en behalve in Kerintji ook nog te patrouil
leeren in de Boven-Tabir- en Boven-Tembesi-streken. Deze troepen
legerden nu als volgt:
2 brigades te Sanggaran-Agoeng,
4 brigades onder kapitein Lamster te Bangko en
4 brigades te Rantau-Pandjang.
Te Soengei Penoeh waren 2 brigades G. P. gelegerd. Kapitein
Lamster had op zijn tocht naar Bangko de Boven-Tabir-streek
rustig gevonden.
Door deze troepenlegering kwamen de 4 brigades van kapitein
Brasser beschikbaar voor patrouillegang in de Beneden-Tabir- en
Ajer-ltam-gebieden (14 October). Deze kapitein had n.l. tot dusverre
in het Bangkosche gepatrouilleerd en benedenstrooms van Moeara
Djernih de doesoens verlaten bevonden; in deze streek waren 12
kwaadwilligen neergelegd.
Wordt vervolgd.)
A. J. C. JONQUIÈRE.
Kapt. Gen. Staf.
1324