Militie bij de Bereden Artillerie.
|Dec. 1916.
Uit deze kanonniers moet echter ook het kader gevormd worden
en dit is bereden, zooals boven reeds gezegd.
Wanneer nu, wat de bedoeling is, in de militieplannen door de
invoering van de z g. kaderplicht, al dadelijk bij het opmaken van
een militie-contingent de meest geschikte elementen worden aange
wezen voor a. s. kader en de opleiding van die elementen van den
beginne af aan gericht wordt op hun a.s. kader-betrekking (voors
hands bijv. alleen korporaal en wachtmeester), dan komt het mij voor,
dat met dagelijksche lessen van den eersten dag af aan, aan dit
gedeelte Europeesche miliciens zonder veel moeite de voor hun be
trekking noodige rijkunstige ontwikkeling is bij te brengen.
Vergelijken we toch een dergelijke opleiding met die van een
cadet-korporaal der Artillerie, die - na een jaar van 3 rijlessen per
week-als wachtmeester bij de Veldartillerie wordt gedetacheerd, dan
zullen onze milicien-wachtmeesters en korporaals toch zeker ook
alleszins voldoende vlot te paard zijn te maken, als noodig jis voor
stukscommandanten en geleiders van voertuigenhet commandeeren
en leiden hunner bespanningen leeren zij op gelijke wijze als bij de
tegenwoordige kaderopleiding. Alleen voor de verkenningspatrouilles
wordt meer rijkunst gevergd, doch voor die functiën zou ik dan in
de eerste plaats ons beroepskader willen bestemmen.
Vergeten we bovendien niet, dat zonder twijfel een flink deel der
miliciens voorkeur voor een bereden wapen zal toonen (juist wegens
de rijderij en uit tegenzin tegen voetmarschen onder zware bepak
king), zoodat de noodige selectie bij de indeeling zal kunnen
plaats hebben. Dit natuurlijk echter onder voorwaarde, dat de eerste
oefeningstijd voor alle wapens gelijk zij.
Het komt mij voor, dat dit een conditia sine qua non voor onze
Indische militie is, omdat bijv. een eerste oefeningstijd van 2 jaar
(als in Holland) hier m. i. te ernstig zou ingrijpen in de maatschap
pelijke verhoudingen van het Europeesche en het intellectueele
Inlandsche gedeelte van Indië's ingezetenen.
Of intusschen de thans ontworpen eerste oefeningstijd van 8'/2
maand in het algemeen voldoende zal zijn voor de verschillende
wapens, laat ik in het midden.
1) Een juiste selectie onder de miliciëns ten behoeve van de verschil
lende wapens is m. i. een onafwijsbare eisch voor het slagen van het
nieuwe legerstelsel.
1331
I. M. T. 1916 85.