Militie bij de Bereden Artillerie. [Dec. 1916. aan het Europeesche kader opgedragen functiën, met hun bijzondere eischen, ook door Menadoneezen en Inlanders kunnen worden ver vuld. Zou dit blijken het geval te zijn, dan staat niets meer in den weg om Inlandsche en (of) Menadoneesche militie bij de Bereden Artillerie in te deelen (behalve dan als stukrijders). Boven noemde ik indeeling van Europeesche Militie bij de Bere den Artillerie niet alleen mogelijk, doch ook zeer gewenscht, ja zelfs noodzakelijk. Dit laatste grond ik op het feit, dat het thans al zeer veel moeite kost het benoodigde kader van ook maar vol doende intellectueele capaciteiten te vormen uit de beschikbare Europeesche kanonniers. Als regel is nu reeds aanvulling van het kader noodig door detacheering of overplaatsing van het Neder- landsche Leger. Waar de a. s. uitbreiding van de Bereden Artillerie ook zooveel meer kader zal vergen, zal op de tegenwoordige wijze in die ver meerdering niet meer zijn te voorzien, aangezien het contingent kanonniers-vrijwilligers ongetwijfeld niet uitgebreid kan worden tengevolge van de onvoldoende resultaten der werving. Ik meen met het voorgaande het bewijs te hebben geleverd voor de in het begin van dit stuk opgeworpen bewering. C. K. 1333

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 77