Dec. 1916]
Uit de Practijk.
Zoo als thans het geval is, is een ontwikkelingsstelling een nimmer
voorkomend iets; zoolang deze kwestie niet volkomen is opgelost,
kan er o.i. geen sprake wezen van „eene zorgvuldige voorbereiding
in vredestijd."
Voetknecht.
Daar melke beginselen behooren de bepakking en de uerpleging
nan bet bij de T. T. der Infanterie beboerende personeel
te morden geregeld?
Volgens de toelichtingen voorkomende in tabel III 0.0. vervoert
de B.T., behalve verschillende met name genoemde artikelen benoo-
digd voor gebruik bij de Cien in bivaks en kantonnementen en de
bagage van officieren, onderluitenants en adj. o.o." nog vivres,
fourages en noodrations.
Het is vanzelfsprekend, dat hetgeen iederen dag bij de Cien ge
bruikt moet worden ook geladen wordt op speciale voor die Cien
bestemde karren, terwijl op gelijke wijze eenige karren bestemd
zijn voor den Bons- Stat en de niet tot de Cien behoorende officie
ren, t.w. de off.n van gezondheid en den luitenant-kwartiermeester.
Het personeel beneden den rang van onderluitenant moet door den
B. O over de verschillende menages verdeeld worden. Waar echter
de adjten- o.o. recht hebben op het medenemen van een bediende
en zij bovendien hun bagage in den B. T. kunnen doen vervoeren,
ware het m i. gewenscht hen (n.i. den adj. o.o. Ct. G.T., den adj.
o.o. instructeur, evenals cq. den adj. o.o. kwartiermeester en den
adj. o.o. CC der madsenafdeeling) op gelijke wijze als de onder
luitenants in hun voeding te doen voorzien. Hun bagage, behalve
die van den adj. o.o. instructeur, behoort op de karren van den
B.°ns Staf.
De verdeeling van het overige niet tot bepaalde Compien be
hoorende personeel over de vier menages is een aanhoudende oor
zaak van veel last en verwarring. De bezwaren liggen minder in de
moeite van zoo'n verdeeling, dan wel in de er aan verbonden gevolgen.
Onze kantonnementen op eenigen afstand van den vijand lijden
al spoedig aan eene groote uitgestrektheid, zoodat het lang niet zeker
is, dat de compagnie, waarbij b. v. de schrijver van den kwartier-
1) En veldzakken G.S., koks, wielrijders, vaandeldrager? Zie voor
schoeisel en mantels of klamboe's bovendien G. O. I.
1336