Uit de Practijk. [Dec. 1916. Het afstaan van een kar zou niet te veel zijn geweest, al bevat die meer dan der munitie; de andere Cien waren gemakkelijker te bereiken. Daar echter gedurende het gevecht de B. C. verantwoordelijk blijft voor de munitieaanvulling (R. 1, II p. 568), is het beter in den aanvang niet alle draagpaarden uit de hand te geven, doch er per Cie slechts 2 in te deelen en de 4 overige met de karren ter beschik king van den B C. Ie houden. Daardoor zou de Cie Scheffer in dit geval 2<.00 patronen minder bij den trein gehad hebben, doch daar dit slechts twee of drie houders per man is, zou die munitie zonder bezwaar aan den man kunnen uitgegeven zijn. Bovendien is de indeeling van 2 paarden bij elke Cie in overeenstemming met het aantal beschikbare geleiders. Het lijkt mij verkeerd om, zooals in het laatste Wetensch. Jaar- bericht besproken wordt, te rekenen op het gebruik van de van- de-handsche trekpaarden als draagdier voor munitie1). De ledige karren, die in het bovenbedoelde geval (man. 1915) naar den A. T. te Plered heen en weer moesten, hebben hun 2e paard te hard noodig. Volgens de hier aangegeven verdeeling zouden dus 2 munitie- draagpaarden bij elke Cie voor vast moeten worden ingedeeld. Ook een ziekenverpleger met 2 dragers behooren er bij. Het pioniergereedschap, dat boven het in de pionierkar gepakte nog zou kunnen worden medegevoerd 2), moet over de B. T. worden verdeeld, evenals de stormlantaarns. Verder vervoert de B. T. noodrations voor man en paard. Die der paarden behooren door hen gedragen te worden, of geladen te zijn op de door hen getrokken karren. Worden de noodrations op een of ander moment geheel of gedeeltelijk aan de manschappen uitgegeven, dan is de in de karren beschikbare vrij gekomen ruimte haast tot ballast geworden! Het zou verkeerd zijn eenige slechts ten deele gevulde karren mede te zeulen door dan stellig moeilijk terrein (in ieder geval onder moeilijke omstandigheden). Hoe min der karren, hoe beter. Bovendien moet de voorraad weer met veel spoed aangevuld worden, zoodat het dan te pas zal komen over enkele geheel ledige karren te beschikken. Daarom is het naar m. b m. het eenvoudigst en meest practisch de noodration-vivres op speciale karren, bij de B. T. Staf gerekend, ie verpakken. Hierdoor wordt tevens het voordeel verkregen, dat deze artikelen, zoolang ze niet noodig zijn3), daarop rustig kunnen blijven liggen, terwijl—vermengd 1) Afgescheiden van de vraag, of de in het V. V. D. T. T. 1- genoemde draagtrektuigen inderdaad bestaan- 2) Enkele schoppen of patjols en bijlen om een niet te zwaren boom te kappen (klapperboom) bij brugreparatie. 3) En dat zal hopelijk toch wel regel zijn. 1339

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 83