Van Alles Wat. (Dec. 1916. Uil den grooten oorlog. De „Times"-correspondent in het Britsche hoofdkwartier berichtte onder datum 14 October, dat eene copie van aanteekeningen van Generaal Von Arnim, commandant van het vierde Duitsche leger korps, in het bezit van de bondgenooten geraakt was. Aan deze aanteekeningen, welke betrekking hebben op de gevechten aan de Somme in Juli j.l., wordt het volgende ontleend: Smalle loopgraven met steile wanden zijn in het nadeel, daar deze meer ongevallen door het begraven van soldaten veroorzaken dan ondiepe, open loopgraven, omdat de Engelsche granaten hoofd zakelijk eene groote mijnwerking hebben 1 Het gemiddelde dagelijksche munitiegebruik gedurende de in be schouwing genomen periode bedroeg per stuk Veldgeschut145 schoten. Lichte veldhouwitsers170 Zware 119 Kanonnen van 10.5 c.M118 Mortieren van 21 c.M51 Het grootste gebruik per dag bedroeg per stuk Veldgeschut 322 schoten. Lichte veldhouwitsers47^ n Zware veldhouwitsers213 Kanonnen van 10,5 cM321 Mortieren van 21 cM116 Hierbij moet in het oog gehouden worden, dat blijkens Arnim's aanteekeningen, de aanvoer van munitie dikwijls te wenschen overliet. (Soerabaiasch-Handelsblad van 20 Nov.) 1) Bij het bepalen van het profiel van loopgraven moet men dus rekening houden met de inrichting van de projectielen onzer mogelijke tegenstanders. Red. 1347 I. M. T. 1916 I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 91