Overzicht van Nederlandsche Militaire Tijdschriften. |Dec. 1915. over het nationale volksleger, zooals de heer Marchant en zijne partijgenooten zich dat denken, nl. (wij citeeren) „een leger, ver kregen door algemeene dienstplicht, doch met een onvoldoend eerste verblijf onder de wapenen. Allen weerbaar, doch allen een klein beetje! En „nationaal" wordt zulk een weermacht genoemd, omdat haar invoering het volk in het gevlij zal komen, wijl zij de persoonlijke lasten beneden redelijk en voor de hand liggende grenzen beperkt." Het geheele artikel gaat recht op den man af en vormt eene krachtige, gloedvolle verdediging van de militaire autoriteiten en beroepsofficieren in patria tegen de door Mr Marchant in de Vragen des Tijds gelanceerde aanvallen. Moge het onder veler oogen komen, vooral ook van die niet-militairen. die - zooals er helaas nog zoovelen zijn - zonder kennis van zaken maar al te spoedig gereed staan met een afkeurend oordeel over alles, wat legeraangelegenheden betreft! Aan het slot vermeldt S., dat zijn opstel door de redactie van de vragen des Tijds is opgehouden. Voor het volgend artikel „Gedachten over de africhting van het remontepaard" kiest de (niet genoemde) schrijver als motto: „L'art doit toujours sui vre la nature et ne jamais s'y opposer". Na ontwikkeling van zijne denkbeelden komt S tot de samenvatting, dat de studie van de physiologie der beweging tot het besluit leidt, dat bij de africhting der paarden de gangen hoogst eenvoudig moeten blijven. Tenslotte nog het vervolg van „De Groote Europeesche Oorlog", af gesloten 23 Augustus, en de rubriek „Militair Politiek|Maandoverzicht", afgesloten 26 Augustus. Mavors No. 11 September Deze aflevering opent met „Het schatten van afstanden" door luitenant Lagaaij. S. behandelt eerst het verband tusschen den graad van nauwkeurigheid voor de bepaling der afstanden en de schietvaar digheid van den troep, welke graad gelet op de verheffingen der kogelbanen, de bestreken ruimten en de invalshoeken - grooter moet worden met het toenemen van de afstanden. Een en ander leidt S er toe aan te geven, dat de manschappen en het lagere kader moeten geoefend zijn in het schatten tot 1000 M; zij, die aange wezen kunnen worden als sectie-ct, tot 15(0 M en de comp. ct. (in het algemeen de officieren) tot 2000 M. Na voorts te hebben gewezen op het nut van afstandsmeters, behandelt S de opleiding tot afstandenschatter in Duitschland, Frankrijk en Italië, om vervol gens te wijzen op het voordeel van de indeeling van minstens 2 geoefende afstandenschatters bij elke sectie, daarbij een lans brekende 1351

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 95