XX XX XX XX Onerzicht uan eenige Buitenlandsche Tijdschriften. Revue Militaire Suisse (Augustus 1916.) „A propos de la oataille de la Marne" worden beschouwingen gegeven omtrent het verloop en de gevolgen van den grooten slag van R tot 9 September 1914, waarin het groote Duitsche offensief tot staan werd gebracht. Aanvankelijk ging over den strijd aan de Marne weinig licht op; zoowel de Duitsche, als de Fransche bulletins waren in vage be woordingen vervat, de eerste waarschijnlijk om niet een échec te erkennen, dat men spoedig hoopte te herstellen, de laatste om dat de tastbare resultaten van den slag wel wat teleurstellend waren. Eerst langzamerhand is eene literatuur over dezen belangrijken slag ontstaan en hieruit put de schrijver zijne gegevens, na haar critisch in beschouwing te hebben genomen. Aan een bij Mittler und Sohn verschenen brochure „Die Schlachten an der Marne" ontleent schrijver de strategische opzet van den oorlog aan het Westfront, zooals deze door den Duitschen Generalen Staf zou zijn vastgesteld. In het kort kwam deze hierop neer, dat de Duitsche linkervleugel vanaf de Zwitsersche grens tot den Donon (een top in de Vogezen vlak West van Straatsburg) defensief zou blijventusschen dit punt en Verdun zou de overgang tot het of fensief van omstandigheden afhangen, daar de hoofdtaak der hier samengetrokken troepen bestond in het vasthouden van de vijande lijke korpsen, die zij tegenover zich hadden, terwijl tusschen Die- denhofen en Aken het groote offensief door Luxemburg en België heen zou worden ingezet, om later met eene zwenking over Brus sel - Valenciennes - Compiègne - Maux en daarbij Parijs rechts liggen latend, den rechter-vleugel der Fransche legers te omvatten. Volgens den schrijver van het artikel is dit strategisch plan mislukt door twee fouten, die van Duitsche zijde gemaakt zijn. Ten eerste was niet gerekend op het groot vermogen der Fransche spoorwegen, waardoor verscheidene Fransche legerkorpsen tijdig van den rechter naar den bedreigden Franschen linkervleugel kon den worden overgebracht en ten tweede waren op den omvattenden Duitschen rechtervleugel niet voldoende krachten beschikbaar ge steld, om dezen vleugel te dekken. Wel is waar, had het Duitsche opperbevel reeds sedert 28 Sep tember eene aanzienlijke troepenmacht voor het door de Russen sterk bedreigde Oostfront aan het Westfront onttrokken, doch op den 1354 WW

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 98