deze oefeningen geschiedden steeds onder leiding van den oudsten luitenant der compagnie, daar de compagniescommandant daartoe te veel door administratief werk in beslag genomen werd. Gewoon lijk werd begonnen om 9 of 9.30 v m en geoefend tot 12.45 n.m. met y2 uur rust van 10.30 tot 11 u.v.m. In den namiddag duurde de oefening van 2 tot 4 u. Deze tijdsindeeling gold natuurlijk niet voor velddienstoefeningen, waarbij de compagnie in twee partijen verdeeld werd, voor kaderoefeningen e.d Tot het houden van kaderoefeningen gingen de aspiranten uit in klassen van 1 groep sterkte, d.i. ong 18 man. Elke klasse ontving eene eenvoudige opdracht, meestal ontleend aan een veiligheids dienst, somtijds uitgaande van eene periode van een gevecht; de troepenmacht, welke de opdracht had uit te voeren, werd veron dersteld eene compagnie, d.w.z. 250 man, sterk te zijn. Op het terrein zelve konden de aspiranten met elkander de uitvoering bespreken, om binnen een vastgestelden tijd in onderling overleg de uitvoering schriftelijk vast te stellen en in te dienen bij den onderwijzer, waarop eene bespreking door dezen volgde. Terreinschetsen mochten daarbij nooit ontbreken. Bij velddienstoefeningen waren uit de aspiranten afkomstige on derofficieren partijcommandant; officieren waren leider en scheids rechters. Wegens het groote aantal der aspiranten en den korten duur der opleiding, waarover later, kregen slechts weinigen eene beurt als partijcommandant; de kaderoefeningen moesten in deze leemte voorzien. Dinsdag en Donderdag hadden velddienstoefeningen voor het geheele bataljon plaats, dat daartoe in twee partijen verdeeld werd. Officieren waren hierbij partijcommandant; slechts bij uitzondering traden de oudste onderofficieren als zoodanig op. Op deze dagen werd steeds met volle bepakking uitgerukt. Ook hadden nu en dan marschoefeningen plaats, waarbij 17 Eng. mijlen, d.w z. 27,2 KM., werden afgelegd. Vrijdag en Zaterdag hadden gevechtsoefeningen in bataljonsver- band plaats, waartoe te 8.30 v. m. werd uitgerukt. Gedurende den namiddag geen dienst. Tweemaal per week nachtelijke oefeningen, eenmaal voor de compagnie en eenmaal voor het geheele korps. Hoewel somtijds de oefening eerst na middernacht geëindigd was, ging de dienst den volgenden dag altijd gewoon door. Elke oefenmg werd aangevangen met het uitvoeren van hand- grenen en dergelijke bewegingen uit de soldatenschool of met 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 41