Artillerie-Schietscholen.
Twee jaar geleden is men er toe overgegaan, de bestaande schiet
school voor de Vestingartillerie zoodanig uit te breiden, dat naast
onderofficieren thans ook luitenants een practische opleiding in het
schieten krijgen; ook voor de Bereden Artillerie is een dergelijke
cursus ingesteld.
Wanneer men deze cursussen vergelijkt met hetgeen op dit gebied
in het buitenland geschiedt, valt de vergelijking ten zeerste in ons
nadeel uit. Zelfs alle, voor ons nadeelig werkende, factoren in aan
merking genomen, zouden m. i. betere resultaten verkregen kunnen
worden, dan die men thans voor oogen ziet.
Vooropstellende, dat men artillerie heeft om er mee te schieten,
moet men tot de conclusie komen, dat vlot exerceeren van kanonniers,
mooie marschen door batterijen gemaakt, absoluut geen waarde
hebben, indien de vaardigheid in juist dit eene ontbreekt: vaardigheid
in het schieten!
Vroeger ging men, naar ik meen, van de veronderstelling uit, dat
ieder tot vuurleider geroepene, reeds in zijn prille jeugd den juisten
kijk op de schieterij gekregen had, zoodat hij slechts achter een
paar kanonnen behoefde te gaan staan, om een batterijcommandant
in optima forma te zijn. Tenminste, er werd geoefend in het garnizoen,
er werd theoretisch geschoten, er werden reglementen onderwezen,
maar bij de jaarlijksche apotheose bij de Practische Oefeningen te Ba-
toe-Djadjar, en bij de S i. a. t., zag men voor het eerst een kanon, dat
werkelijk knalde, aanschouwde men voor het eerst een projectiel,
dat heusch uit elkaar sprong; men leidde een, twee vuren per jaar
en werd beoordeeld!
Thans bestaat er voor de Vestingartillerie een cursus van 6, en
voor de Bereden artillerie een van 2 weken, voor officieren en kader.
Na afloop dient de leider een beoordeeling in. Voor beide is de
bepaling gemaakt, dat officieren, die een cursus meegemaakt hebben,
niet voor de tweede maal daarvoor in aanmerking komen.
In de eerste plaats moet er op gewezen worden, dat de ingedeel-
30