Beschikte men over een breeder terrein (het buitenland kent po- lygoons, ongeveer even breed als lang), dan konden gelijktijdig door verschillende cursussen, als bovenbedoeld, oefeningen gehouden worden; vuren, met eenige batterijen gelijktijdig op één doel of op verschillende doelen, konden dan zonder kans op verwarring worden afgegeven. De lengte van het vlakke oefenterrein bedraagt ongeveer 5000 M; een grootere lengte kan men voor oefeningen onnoodig achten! Alleen voor proeven met vèrdragend geschut zou een grootere lengte dan de thans bestaande van 7000 M. vlak terrein (het terrein achter het ravijn van de Tjihaoer is voor proeven bruikbaar, voor oefeningen bezwaarlijk) gewenscht zijnaan dezen wensch is echter niet tegemoet te komen, omdat op het vlakke terrein heuvelland volgt. De m. i. noodzakelijke verbreeding zou verkregen kunnen worden door aankoop van het terrein gelegen tusschen de bestaande Zuidgrens en de Tjitaroem. Wel zijn hierin kampongs gelegen, en zou er dus een groot bedrag mee gemoeid zijn, maar wat wil men? Het is nu eenmaal duur, om er artillerie op na te houden. Uitbreiding naar het Noor den is onmogelijk, omdat het terrein in die richting door vele kali's en ravijnen doorsneden is. Voor een verbreeding pleit ook nog het feit ('t lijkt thans erg hersenschimmig, maar 't zal er wel van moeten komen), dat het bedoelde terrein hoogstwaarschijnlijk bruikbaar te maken zal zijn als landingsplaats voor vliegtoestellen. De beoefening van artillerie verkenning en waarneming met behulp hiervan zal op de S. i. a. t. niet mogelijk zijn door gebrek aan hulpmiddelen en geschikte landings plaatsen, zoodat, tenzij men een enkele keer een dergelijke schietoefe ning kan houden in de nabijheid van het oefenterrein van de vliegaf- deeling, Batoe Djadjar de aangewezen opleidingsplaats voor officier waarnemers zal moeten worden. Naast deze uitbreiding zou aankoop van het heuvelland, dat in het verlengde van het schietterrein gelegen is in de richting van Radjamandala, van zeer groot belang zijn. Het technisch gedeelte van het schieten in bergterrein komt op de S. i. a. t. erg in het gedrang, en de beoefening ervan is toch minstens even zoo noodig als van het schieten in vlak terrein. Bedoeld heuvelland, dat bijna onbewoond en niet bebouwd is, zal met eenige moeite zeer goed als schietterrein zijn in te richten. Maakt men een weg langs de Tjitaroem, geschikt voor autotractie, dan kunnen geschut, personeel, 33 I. M. T. 1917. 3.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 47