officieren enz. (men heeft toch immers de auto's te Bandoeng, een goede oefening dus) snel en gemakkelijk naar hun plaats van be stemming gebracht worden. Hiervoor is bovendien noodig een brug over de Tjihaoer, die ditmaal geen onderdeel uitmaakt van het hersen schimmig toekomstbeeld, maar ook thans reeds noodzakelijk is. Nietwaar, sedert 2 jaren zendt men bij de P. O. een doelenploeg de Tjihaoer over om tegen de heuveltjes achter in het schietterrein een imitatie van het schieten in bergterrein te vertoonen. Tallooze malen moet het personeel van de commissie van proefneming naar de overzijde van de kali, hetgeen na een flinke regenbui onmogelijk is, omdat de bevolking in den natten tijd de bamboebrug, die zij zoo voorkomend is zoo nu en dan te maken (inlanders doen het net zoo lief zonder), uit zuinigheid binnenhaalt, en een vlot onbruik baar is. Alleen een permanente brug zou aan den bestaanden, laat ons zeggen eenigszins eenvoudigen toestand een einde maken. Tot slot nog een zachte noodkreet over het ook alweer hoogst een voudige doelenmateriaal, dat thans in gebruik is. Dat andere landen eenige waarde hechten aan het bezit van bruikbare doelen, blijkt uit de aanwezigheid van daarop betrekking hebbende voorschriften. Hier fabriceert men ieder jaar eenige toestellen, brengt ingenieuse uitvindingen aan den man, maar blijft slechts in het bezit van een oud en weinig bruikbaar rommeltje. Een voorschrift en een per manente doelenploeg onder een vast hiervoor aangewezen comman dant (sergeant of adj. o.o.) zouden een belangrijke verbetering geven. Het plaatsen van doelen in de middaguren bij de P. O. der vesting artillerie zou daardoor bovendien tot veler vreugde tot het verleden kunnen behooren. Art. 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 48