van het Garnizoensbataljon te Padang, welke voorloopig nog in Kerintji zullen blijven. Deze terugkeer, die in het begin van December geleidelijk plaats vond, maakte het tevens mogelijk de tijdelijk te Padang gelegerde deelen van het 5e Bataljon naar Semarang te doen teruggaan. Op 26 November vertrok dan ook reeds van Padang 112 compagnie van bedoeld bataljon, op 10 December gevolgd door 1 compagnie. Voorts is reeds besloten de le en 2de compagnie van het 16e Batal jon huiswaarts te zenden, zoodat deze troepen vermoedelijk nog vóór het eind van December in Meester-Cornelis zullen zijn teruggekeerd. De beide draadlooze stations van het korps genietroepen zijn al reeds eenigen tijd in Tjimahi terug. Voorstellen zijn ingediend met betrekking tot eene vaststelling van de sterkte en legering der troepen, die voor het consolideeren van den toestand voorloopig nog in het gewest Palembang en Djambi noodig zullen zijn; aangezien op deze voorstellen thans (half December) nog geen beslissing is gevallen, stellen we ons voor in de volgende aflevering ons opstel te besluiten met het aangeven van de militaire bezetting, welke voorloopig nog in Palembang en Djambi zal blijven gehandhaafd. (Slot volgt.) A. J. C. JONQUIÈRE. Kapt. Gen. Staf. 40

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 54