De Vereeniging „3e fllainiiendrai" ter 5umalra '5 Oostkust.
De drang tot weerbaarmaking van Indië, welke in den laatsten
tijd onder het Indische publiek merkbaar geworden is, heeft aanleiding
gegeven tot de oprichting van plaatselijke vereenigingen en comité s,
tot het zenden van eene deputatie naar Nederland, e.d., waaromtrent
de dagbladpers reeds bericht heeft. Echter verdient hier eene bij
zondere vermelding de vereeniging „Je Maintiendrai" ter Oostkust
van Sumatra, en wel, wegens den bijzonderen aard van het gewest,
waar zij werkzaam is Het gouvernement der Oostkust van Sumatra
dankt zijne wonderlijk snelle opkomst en grooten bloei aan den
ondernemingsgeest van eenige groote en kleine landbouwmaatschap-
pijen; in dit gewest heeft, in scherpe tegenstelling met hetgeen de
meeste andere deelen van Indië te zien geven, het particuliere initiatief
eigenlijk alles tot stand gebracht. Geen wonder dan ook, dat de
„Oostkusters" met rechtmatigen trots op hunne schepping vervuld
zijn en dat zeer zeker niet zij er genoegen mede kunnen hebben,
dat hun cultuurgebied zoo maar klakkeloos aan den eersten den
besten B. V. overgelaten wordt. Reeds ten tijde van den Boerenoorlog
uitten zich die gevoelens door de oprichting van een vrijwilligerkorps,
dat met zijne ruim 400 leden nog steeds het belangrijkste korps van
dien aard is en bij eenige meerdere belangstelling en aanmoediging
van ambtelijke zijde in sterkte zeer zou toenemen. Een ander
bewijs van toewijding aan de goede zaak is de oprichting van de
Vereeniging „Je Maintiendrai", welke op 3' Aug. j.l. tot eene indruk
wekkende, vaderlandslievtnde betooging aanleiding gaf. Blijkens
Art. 2 der statuten stelt de Vereeniging zich ten doel het maken
van propaganda voor de verdediging van Nederlandsch-Indië in
het algemeen en van de Oostkust van Sumatra in het bijzonder.
In afwachting van krachtiger maatregelen tracht zij dit doel te bereiken
door het laten houden van lezingen over militaire onderwerpen, het
uitschrijven van prijsvragen en het uitloven van prijzen tot aanmoe
diging van de oefeningen van het vrijwilligerskorps. Met een en
ander is reeds een aanvang gemaakt.
Op 16 Nov. 1916 bedroeg het aantal leden reeds 1150 Europeanen,
931 Inlanders en 37 in N I geboren Chineezen, alzoo totaal 118.
Aan vrijwillige giften was toen een bedrag van 15760.—ontvangen.
Al mogen de omstandigheden het voorloopig onvermijdelijk maken,
dat men zich tot de verdediging van Java alleen bepaalt, de veree
niging hoopt op eene betere toekomst, zij kan zich daarbij beroepen
op de volgende cijfers die een denkbeeld geven van den steeds
toenemenden voorspoed van haar gewest:
Ontvangsten van alle tolkantoren ter
Oostkust van Sumatra: in 1910 3271.84376
19153.912.88 f 48
Inkomsten van het postkantoor te Medan:
in 19131.685 319 13
Ontleend aan het Verslag van de Handelsvereeniging te Medan over 1915.
19152.116.665.71
64