beschouwingen voorkomen over den Matrozenbond en den invloed, welke die bond heeft uitgeoefend op den geest van het lagere marine personeel. S is van meening, dat men in deze kwestie staat voor een niet op te lossen dilemma, waarin een van de redenen is gelegen, waarom de vrijwilligersmarine in den tegenwoordigen vorm, als een overleefde instelling, verlaten wordt. Een tweede reden ligt naar zijne meening in het feit, dat een goed deel van het dekpersoneel aan boord der groote schepen geen werk vindt, dat op den duur vol doende bevrediging schenkt - en daardoor deze groote verzamelingen, meest jonge menschen, zoo'n willige prooi zijn voor anti-militairisti- sche en sociaal-demoratische propaganda, waarbij S. releveert, dat noch met het machinekamerpersoneel, noch met het dekpersoneel aan boord der kleine schepen over het algemeen veel moeilijkheden worden ondervonden. Uit het „Algemeen Handelsblad" is overgenomen een artikel „Het korps zeeofficieren", waarin eenige beschouwingen ten beste worden gegeven over den geringen toeloop tot het korps zeeofficieren. Als een der voornaamste oorzaken voor dit verschijnsel noemt S. het ontbreken van een vaste richting in de leiding, wat het materieel betreft; voorts o.m. ontevredenheid van persoonlijken aard. In verband met dit laatste wijst S op een omstandigheid, welke wel wat uitvoeriger vermelding verdient, nl. dat men (evenals bij onzen Militair Geneeskundigen Dienst J.) gemeend heeft door het iuvoeren van een groot aantal hoofdofficiersplaatsen de betrekking aanlokkelijk te maken; het gevolg daarvan is dat, in verband met het klein aantal schepen, vele hoofdofficieren het werk moeten doen van jongeren en deze weer van nog jongeren, leder zal wel kunnen instemmen met de volgende aanhaling„Niets is meer ontmoedigend dan werk te moeten doen, dat inferieur is aan de capaciteiten waar over iemand beschikt Alleen het reeds op vrij jeugdigen leeftijd zich verantwoordelijk en naar waarde geschat gevoelen maakt een positie aantrekkelijk." In de „Korte Mededeelingen" vinden we de volgende beschouwing over den zeeslag bij Jutland: „Het is een wijze taktiek geweest van von Hipper om Beaty aan te tasten, en evenzoo moedig is de actie van Beaty, maar het verloop van dit gevecht is door de te verspreide opstelling der Engelsche hoofdvloot een misrekening geworden voor Jellicoe, waarbij in het later deel van den slag de Duitschers gespaard zijn gebleven voor algeheele vernietiging dank zij de weersgesteldheid. De Hollandsche uitdrukking spreekt van „door het oog van den naald" en voor Engeland geldt: „Engeland lost one of its very best chances," ofschoon de weder- zijdsche resultaten naar verhouding bevredigend, doch onbeslissend zijn te noemen." Overigens stippen we nog aan: dat in Amerika proeven worden genomen met het gebruik van vliegtuigtorpedo's (300 K. G.), op meer dan 3000 M. af te vuren uit watervliegtuigen als wapen tegen onderzeebooten; 67

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 81