ipp 3ets ouer loopgraafmortieren en MI
UiM het nemen nan proeüen.
Het groote nut, dat de loopgraafmortieren in den tegenwoordi-
gen oorlog afwerpen, is uit couranten-berichten en tijdschriften vol
doende bekend, hierover behoeft dus niet te worden uitgewijd
We kunnen dus direct met de deur in huis vallen en eens nagaan,
hoe het met deze materie in ons legertje gesteld;is. De officieele gegevens
daaromtrent zijn natuurlijk in de eerste plaats te vinden in de be
knopte overzichten van de proeven en oefeningen, die bij het wapen
der artillerie hebben plaats gehad.
Nadat in 1908 het onderwerp door den A. C. W., de P. W. en de
C. v. P., alsmede door de Vestingartillerie voor het eerst in studie
was genomen, lezen we in het beknopte overzicht van 1910 (zie
biz. 21), dat een eenvoudig toestel in den vorm van een gewoon
mortiertje het beste als „granaatwerper", zooals het voorwerp ge
noemd werd, heeft voldaan. Het toestel was, zoo lezen we, zoo
eenvoudig, bestond uit een stalen bus in mortiervorm van 7 c. M.
kaliber, waaraan een staartstuk van een Beaumont geweer geschroefd
was. Het mortiertje had een vaste elevatie van 45 graden en was
gemonteerd tusschen 2 IJ. zijwangen op een houten blok. De rege
ling van de schootsafstanden had plaats door middel van een uit
laat voor de buskruitgassen, dat wil dus zeggen, om een korteren
afstand te bereiken laat men niet alle door de buskruitlading ontwik
kelde gassen op den projectielbodem werken, maar wordt er een
deel van afgetapt. Op deze wijze was men er in geslaagd een gra
naat van 2,4 K G. op afstanden met 10 M. opklimmende tusschen
30 en 80 M. te werpen.
Hoewel dit werktuig wel voldaan had, bleek het niet voldoende.
Vooral in dezen tijd zou dit zijn uitgekomen, nu we in het bezit
zijn van geweergranaten, die geheel de taak van deze loopgraaf
mortieren zouden hebben kunnen overnemen. Het werd echter ook
toen reeds gewenscht geoordeeld op afstanden van 80 tot 250 M.
granaten te kunnen werpen, ten einde ook in onbestreken ruimten en
doode hoeken een krachtig vuur te kunnen brengen. Daartoe
86