De colonne Ot, sterk ongeveer 40 man, kreeg een klewangaanval
over open terrein en werd letterlijk omver geloopen; de eenige klewang-
aanval, die succes heeft gehad. Het zal den lezer, evenals mij, wel in de
Djambi-berichten opgevallen zijn, hoe uiterst gering onze verliezen
tegenover die des vijands waren. In Atjeh bezorgt een afgeslagen kle
wangaanval ons toch altijd verliezen; in Djambi niet. Twintig, dertig
der aanvallers werden neergelegd zonder verliezen onzerzijds;
alleen het gebeurde met de colonne Ot maakt eene uitzondering. En dit
komt doorde slechte bewapening, zal men zeggen. Met
repeteerkarabijnen had de G. P. den aanval ook wel beter afgeslagen.
Ja, zeker, met verstikkende gassen ook. Maar dat is de kwestie
niet; het gehalte van de G. P., haar gebruik in kleine troepjes en
bovenal hare bestemming wettigen niet bewapening met de leger-kara-
bijn, die niet alleen tegen, maar ook voor opstandelingen zelf zoo
waardevol is.
Het échec van de colonne Ot is toe te schrijven aan een verkeerd
gebruik van de G. P. Zij is er niet voor om reeds geheel in opstand
verkeerende streken te doorkruisen. In dat stadium dient zij hoogstens
voor het vasthouden van de bestuursvestigingen, maar de actie te
velde dient zij dan aan het Leger over te laten.
Er is iets zeer aantrekkelijks in de cordate wijze, waarop de Heer
Ot van uit Sumatra's Westkust te hulp kwam, zoowel als in het
zelfvertrouwen, dat hem daarna zijn tocht van Moeara Tebo naar
Ma Tambesi deed ondernemen. Maar met alle waardeering voor die
flinkheid mogen toch de oogen niet worden gesloten voor de
bloedige en kostbare les, dat de G. P. in dit laatste geval gebezigd
is voor een werk, dat niet het hare is en waarvoor zij niet
berekend is.
Wat toont Djambi dus aan
Dat de G. P. niet in de plaats van het Leger kan treden, maar
ook dat zij voor haar eigenlijke werk onvoldoenden inwendigen
samenhang bezit.
En hoe kan dit ook anders bij de huidige organisatie van de
G. P. Zij wordt
slecht betaald,
onvoldoende verzorgd en
onvoldoende geëncadreerd.
In zeker gewest verdient de politie-soldaat juist één gulden in de
maand minder dan een tuinjongen. En de bestuursambtenaren vragen:
wat wil je nu daarvoor verwachten?
De Hr. Brandon probeerde te doen uitkomen, dat de militair ge-
95