Enkele kantteekeningen naar aanleidingen nan de nieume „Regeling
nopens de—in genal nan oorlog mei een B.oibij ooriogs=
genaar in het belang nan de handsüerdediging te treifen
uoorzieningen." (Ord.22 Duli 1916, 5taatsblad Do. 518.)
Deze, onder een eenigszins gewijzigden titel, verschenen nieuwe
„Regeling" moet ongetwijfeld als eene verbetering van hare voorgang
ster worden beschouwd; toch kan het nieuwe Staatsstuk mij nog
niet in alle opzichten bevredigen, hetgeen uit het ondervolgende moge
blijken.
De titel bevat het woord „Landsverdediging"; eemgszinsoneigen
lijk wordt daarmede in de militaire wetenschap bedoeld de verde
diging te land en ter zeezoodat zooals de titel thans luidt (de voor
zieningen) men zou verwachten in de„ Regeling" het noodige om
trent de Marine aan te treffen. Aangezien dit geenszins het geval is,
het gaat hier, blijkens den inhoud, „letterlijk" over de verdediging
te land, ware het juister geweest b. v., te spreken van„ Regeling
nopens eenige in het belang v. d Landsverdediging te treffen voor
zieningen."
Beschouwen we nu eenige artikelen der Regeling.
in Art. l(i) wordt aan de burgerlijke autoriteiten medewerking
voorgeschreven bij de uitvoering van de voor de Landsverdediging
te treffen voorzieningen, waaronder begrepen de mobilisatie en con
centratie van het Leger.
Dit laatste is o. i. zoo van zelf sprekend, dat men het beter had
kunnen weglaten en zulks te meer, omdat zich thans de vraag voor
doet, of dit laatste een grens vormt; m. a. w. worden bedoeld: voor
zieningen in vredestijd mobilisatie en concentratie dan wel mo
bilisatie en concentratie voorzieningen in oorlogstijd.
Uit den titel zou men kunnen afleiden, dat het laatste bedoeld
is, uit hetgeen onder (2) volgt en ten slotte m i. uit het woord mo
bilisatie, welke voortduurt tot het einde van den oorlog (alsdan
treedt de demobilisatie in), dat het eerste bedoeld is.
Hoe het ook zij, het is m i. wenschelijk tusschen de woorden
middelenen „medewerking" in te lasschen: „zoowel in vredes- als
in oorlogstijd alle" en de clausule„waaronder begrepen de mobilisatie
en concentratie" weg te laten.
101