We krijgen nu ten slotte 2 ten deele eigenaardige artikelen
Art. 12 (1^ geeft aan, wanneer verschillende bepalingen betreffende
opzending naar Nederland buitenwerking worden gesteld, n. 1.wan
neer geen gelegenheid meer bestaat van Gouvernementswege den
overvoer te doen plaats hebben.
Ergo, indien het Indische leger gemobiliseerd zou zijn en die
gelegenheid zou wèl bestaan, dan zouden bedoelde personen wel
worden opgezonden. Betoog, dat dit voor zooverre betreft de ge-
schikten uitgesloten moet zijn, is dunkt me wel overbodig, boven
dien zal er praktisch van de opzending wel geen sprake kunnen zijn.
Art. 12 (2) vermeldt, wat er met de vorenbedoelden (v. z geschikt)
zal geschieden en dat isdat (welwillend) wordt gevraagd,
wat de Heeren wèl wen;chen: een tijdelijk verband, dan wel ïn lndie
ontslagen te worden. Heusch het staat er en daardoor begin ik nu
meer dan sterk te twijfelen aan hetgeen hiervoren werd neergeschreven
over de militairen, die „habis dienst" hebben en m i vanwege den
noodtoestand zouden moeten blijven.
Even een klein beeld*): er ligt een compagnie in de loopgraven,
't is 12 uur 's nachts en zieteenige tirailleurs sluipen naar
achteren en melden zich bij den c comdt: „Kapitein, 't is 12 uur
geweest, hier is ons rommeltje, we hebben vandaag „habis dienst.
Onmogelijk nietwaar? Dergelijke militairen worden immers tij tig
van het front weggenomen (aan soldaten geen gebrek) en bij een
Depot of zoo worden ze of gereëngageerd of ontslagen.
Aangenomen, dat een dergelijke administratieve regelmaat in oor
logstijd mogelijk zou zijn, wat hard de vraag is zal men toch moeten
erkennen, dat een zoodanige handelwijze van zeer misplaatste correct
heid zou getuigen
Laten we toch in vredestijd rondweg zeggen, dat het beeindigen
van het contract gedurende den mobilisatietijd onmogelijk is, alsdan
kan men doodeenvoudig geen,, habis dienst" erkennen, dit eischt
de practijk, er is noodtoestand, doch dan deele men het aan de
andere contracteerende partij van tevoren mede.
Art. 12(4) zegt, dat dienstplichtigen beneden den rang van offi
cier van het Ned. leger gedetacheerd bij het Indische Leger, wier
detacheeringstermijn is verstreken, gevraagd wordt, of zij dien termijn
voor den duur van den oorlog wenschen te verlengen.
Hierbij valt op
Ie dat feitelijk ontbreekt eene aanduiding omtrent de omstandig
heden, waaronder zulks wordt gevraagd, al is het duidelijk dat
de bedoeling is, dat zulks alleen geschiedt als de termijn afloopt
gedurende den tijd, dat het leger gemobiliseerd is en geen gelegen
heid tot overvoer bestaat.
2 de overdreven vriendelijkheid om te vragen naar de wenschen
van deze dienstplichtigen, die uiteraard nog heel wat minder recht
hebben om zich tegen de gevolgen van den noodtoestand te
Dit artikel was reeds gereed, toen ik toevallig het artikeltje; Een
paar opmerkingen over schrijfwerk na mobilisatie van den Heer Treffers
I. M. T. Sept blz 1012 las. Uiteraard wordt door mij geheel ingestemd
met het voorstel t-z. van den Heer Treffers.
105