opponeeren dan de vrijwilligers, die „habis dienst" hebben, doch vooral doet die vriendelijkheid, om de Heeren te laten kiezen, onaangenaam aan, als men in Art. 13-glad andersom als in Art. 12 (4)-leest, dat voor dergelijke militairen niet beneden den rang van officier de detacheeringstermijn stilzwijgend voor den duur van den oorlog wordt verlengd. Het hebben van égards voor de wenschen van officieren wordt blijkbaar lang niet zoo noodig geoordeeld, als voor militairen beneden dien rang. X. Een Draag! Gelijk bekend hebben we in onze armee vier - zegge vier-mitrailleur compagnieën. Nu zal wel vrijwel ieder het er over eens zijn, dat dit aantal, zoo spoedig zulks maar mogelijk is, dient te worden uitgebreid. Deze urgentie bestaat uiteraard reeds geruimen tijd, maar vermoe delijk kan momenteel daar geen gevolg aan worden gegeven „faute de mitrailleurs." Dit te bejammeren feit behoeft echter niet in zich te sluiten, dat t z. van de toekomstige uitbreiding, heelemaal niets geschiedt, in tegendeel het voornaamste wat noodig is, de vorming van pen-oneel van de toekomstige mitrailleurcompagnieën kan reeds thans volledig ter hand worden genomen, tevens wordt daardoor-afgescheiden van de toekomstige uitbreiding van het aantal mitrailleurcompagnieën - verkregen eene reserve voor het personeel der huidige compagnieën, die tot nu toe, als we ons niet vergissen, schittert door afwezigheid. We weten niet, of die vorming van mitr. personeel (levens reser ve-personeel) reeds is ter hand genomenvandaar, dat wij vragen, of wellicht iemand ons ter zake ook kan inlichten? Intusschen, veel hoop op een bevestigend antwoord hebben we niet, als we zien, dat volledig op de hoogte zijnde mitrailleur-luitenants bij de compagnieën worden vastgehouden, inplaats van hen gelei delijk doch in elk geval zoo spoedig mogelijk als de omstandigheden het veroorloven - te verwisselen voor nieuwelingen, opdat binnen niet al te langen tijd onze Infanterie beschikt over een ruime voorraad van geschikte mitrailleur-sectie-commandanten (de sectie is de tactische eenheid). Het moge voor de hand liggend lijken de waarde van de 4 com pagnieën zoo hoog mogelijk te houden door de geroutineerde luite nants er bij te laten, maar als men verder vooruit blikt, rijst toch de vraag, of het vormen van reserve personeel niet van minstens even groot belang moet worden geacht X 106

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 36