Wenken, urogen en antiroorden op gebied nan militair strafrecht. Wenken. 7. Voor het hooren van beklaagde en getuigen is geen bepaalde volgorde voorgeschreven. Het is echter in alle opzichten vooreen goede gang van zaken gewenscht eerst den beklaagde te hooren op de klacht en den garnizoensorder van verwijzing naar den Krijgsraad. Voorts kan men de volgorde inrichten, zooals zulks der commissie het meest practisch voorkomt. Immers, blijkt beklaagde te bekennen, dan kan men zijn bekentenis omstandig opnemen en vervolgens met weinig getuigenbewijs volstaan Ontkent hij daarentegen, dan komt het mij immer het best voor, die ontkentenis in weinig woor den te verbaliseeren b. v „ik ben onschuldig aan hetgeen in deze klacht wordt ten laste gelegd" en dan terstond over te gaan tot het getuigenverhoor. Vervolgens hoore men den beklaagde verder, na hem met den inhoud der getuigenverklaringen in kennis te hebben gesteld. Deze methode toch heeft het dubbel nut. dat 1° de ont kennende die schuldig is, minder gemakkelijk zijn fantasie kan misbruiken (wellicht door oen mand valt) en dat 2° de ontkenne-de. die onschuldig is, dadelijk zijn verweer kan richten tegen hetgeen de getuigen in zijn nadeel hebben verklaard en getuigen a décharge en omstandigheden kan releveeren, waarvan de commissie dan kan nagaan, of ze ter zake dienende zijn. Bij vele burgerlijke rechts colleges is het dan ook „model" een beklaagde - die. gevraagd, of hij hetgeen hem is ter laste gelegd bekent-zegt onschuldig te zijn, slechts af te vragen: „waar, wanneer ooor wien en waarom zijt gij dan gearresteerd?" en na beantwoording dt zer vraag onverwijld over te gaan tot het getuigenverhoor om telkens na afioop van zoo'n verhoor beklaagde te vragen, wat hij daarop te zeggen ht eft. 8 Het blijkt mij soms bij het resumeeren der stukken, dat de gerechtelijke Commissie bij den aanvang van het onderzoek, de stukken van voorloopig onderzoek n et of slecht heeft gelegen, ofschoon uit een voorloopig onderzoek geen rechtstreeksch bewijs kan geput worden (zie dienomtrent wink no 3), spreekt het wel van zelf, dat slechts oan een instructie met vrucht kan worden aangevangen, als de com missie zich vooruit met nauwkeurigheid op de hoogte heeft ge steld van alles, wat tot nu toe ter zake is verhandeld Verklaringen door beklaagde en getuigen in het gerechelijk onderzoek afwijkend van die in het vooronderzoek vallen dan dadelijk op en het con- stateeren van belangrijke verschillen kan soms, om den rechter een bee d van de betrouwbaarheid dergehoorden te verschaffen, van het grootste belang zijn. Vraag. Kan een Plaatselijk Militaire Commandant een meerdere in rang naar den Krijgsraad verwijzen, b. v. ten overste een ko or.el Sch te B. 107 I. M. T. 1917. 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 37