3uridische Uragenbus,
Men wordt verzocht bij rechtstreeksche briefwisseling
of telegrafeeren de porto's voor antwoord bij te voegen.
Onlangs werd mij het volger de gevraagd: A bewoont met B een
huis gehuurd van C. A heeft het huis gehuurd, verlaat echter in de
maand Mei zijn huis, doch B blijft achter. A draagt zijne bijdrage
tot de huishuur over April aan B af.
Vier en een half jaar later wordt bij gemaand om betaling van de
huishuur over April.
Gevraagd moet A betalen?
Antwoord
Vorderingen voor huishuur verjaren ingevolge artikel 1975 B. W.
na 5 jaar.
Vast staat, dat A over de maand April 41/2 jaar geleden huurder
(ik veronderstel mondeling huurder) was, derhalve blijft ook na
bttaling, zonder dat A die schriftelijk kan overleggen, tot 5 jaar toe
aansprakelijk, tenzij hij drie latere kwijtingen kan toonen Gesteld
n. 1. A was in Mei niet vertrokken, maar blijven wonen nog Mei,
Juni en Juli en heeft daarvan behoorlijke bewijzen. De huisheer
vraagt nu betaling over April, dan behoeft A niet te betalen, hij
legt bij eventueel dagen voor den residentierechter voor de quitanties
over Mei, Juni en Juli De rechter zal dm den huurder vrij doen
uitgaan, tenzij de huisheer het bewijs op eggen kan, dat niet het
betaald is. Derhalve de bewijslast is omgekeerd.
Raadgeving. Bewaar steeds huishuurkwitanties 5 jaar lang, in
alle gevalle de drie laatste kwitanties, voordat men het huis uitgaat.
Is A zeker van zijn geval, dan zou hij den rechter kunnen ver
zoeken om aan den verhuurder den beslissenden eed in den missigit
te doen opleggen, als n. 1. de verhuurder Mohammedaan was.
Hiervoor heeft men respect; weet de verhuurder, dat betaald is, dan
zal hi ij deze eed, waarvoor de Mohammedaan zoo bang is, niet
durven afleggen.
Eiken inzender geef ik vooral den raad niets te vergeten.
A meldt bijv. niet, of de huur mondeling dan wel schriftelijk is
aangegaan.
Ik hoop binnenkort eenige algemeene principes van huur- en ver
huurovereenkomsten mede te deelen.
Mr. P. A. F. Blom.
114