I. OX is de horizontale draaiingsas van de wieg. II. V is het vlak van de opzetstang (Opzethoogte O en richtlijn horizontaal) III. h de helling van het vlak V t/o van het 3e projectievlak. IV. AB is de kijkeras, welke evenwijdig loopt van het vlak V, doch eenvoudigheidshalve in dat vlak is geteekend. V. Het vlak W is het vlak V, gewenteld om OX voor een hoek gelijk r°. Uit de figuur behoeft nu slechts te worden nagegaan welke de richting wordt van de (weder) horizontale kijkeras, na wenteling van het vlak V om de as OX voor een hoek r°, hetgeen als volgt kan bepaald worden. De doorgang V2 V3 kruist de as OX op een afstand b cotg h. De lijn V2 V3 blijft bij wenteling van het vlak W om de as OX in het derfe projectievlak en komt in den stand W2 W3 als het vlak r° gewenteld is. W2 W3 is dan ook de doorgang in het 3e projectie vlak van het vlak V na r° wenteling (dit gewentelde vlak voorgesteld door W). Een horizontale lijn in het vlak W, en dus ook de kij keras, heeft een horizontale projectie evenwijdig aan de doorgang 121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 51