In „Krijgstucht," bespreekt Kapitein v. d. Lijke de karaktertrekken van het Ned. voik en hoe in verband daarmede onze krijgstucht in eigen banen moet worden gebracht. Ook wijdt S. eenige regels aan de straffen en vraagt, erkennende dat het zonder straffen nog niet gaat, waarom nog altijd het verschil tuschen goed en kwaad moet worden uitgedrukt door straffen van het kwade instede van be looning van het goede, welk denkbeeld door S. wat nader wordt uitgewerkt, waarbij hij o. a. wijst op de bij ons bestaande instelling van soldaat le klasse. Kapitein v. Dam v. Isselt besluit in deze aflevering zijn opstel over „Een nationaal verdedigingsmiddel. Militaire onderwaterzet tingen." „De erfenis onzer voorvaderen" van kapitein v. d. Lijke, bevat een sympathieke opwekking aan de Nederlanders om meer belang stelling te toonen voor Indië. S. wijst erop, hoe in eiken tak van dienst hier te lande een groote vraag is naar krachten en hoe wellicht straks, na de demobilisatie van het Ned. Leger, door de algemeene verslapping na de eerste opleving van zaken, velen zullen moeten uitzien naar een beter betaalden en meer belovenden werkkring. In dit verband vestigt hij de aandacht van H.H. verlofsofficieren op de voordeelen van het zoeken van een werkkring in Indië en beveelt verder aan het op ruime schaal openstellen van de gelegenheid tot detacheering van Ned. miliciens bij ons leger, benevens het scheppen van de mogelijkheid om na afloop der detacheering over te gaan in allerlei betrekkingen hier te lande. Voorts bevat deze aflevering nog „Tenuen", „Grijze uniform" en „Eerste hulp bij verwonding en ongelukken." J 128

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 58