voor het leger bestemde paarden. Gewezen wordt op de nadeelerf verbonden aan de stalverpleging in de Europeesche legers, waarvan de voornaamste zijn, dat de paarden zich niet voldoende in het terrein kunnen redden en niet sober genoeg zijn. Journal of the United States Artillery. Sept./Oct. 1916. Deze aflevering brengt wederom een artikel over „logies en ver pleging van kustverdedigingsgarnizoenen". Het zijn ditmaal de eischen, welke aan kustversterkingen in dit opzicht moeten worden gesteld, die aan eene beschouwing worden onderworpen. Voor hen, die weldra de plannen voor onze kustversterkingen moeten op maken, is lezing van dit artikel nuttig. Een volgend artikel over „Plaatsbepaling en waarneming" vangt aldus aan: „Voor ons is de tijd gekomen om ernstig onze aan dacht te wijden aan plaatsbepaling en waarneming voor het geschut van de kustverdediging tegen doelen op het landfront." Schrijver, Captain William T. Carpenter ontwikkelt dan een systeem, dat reeds lang in ons leger wordt toegepast en hier blijkbaar als iets nieuws, althans voor de Amerikaansche artillerie, wordt gegeven. In een artikel getiteld: Project for Coast Defenses, levert Captain Stanley D Erobick beschouwingen over de voor Amerika gewenschte kustversterking. Schrijver bespreekt eerst de rol van elk der verschil lende elementen der landsverdediging en stelt voorop, dat de Vereenigde Staten in militair opzicht een insulaire positie innemen evenals Engeland en Japan (en Ned. Indië D.) Dientengevolge mag als algemeen waar worden aangenomen, dat de vloot de eerste lijn van verdediging vormt. (Dit is wat anders dan dat de vloot de hoofdtaak heeft bij de verdediging D.) „The suggestion is heard occasionally, that adequate protection of the United States can be assured through an increase of the Navy, and to the exclusion of the employment of land forces. The adoption of such a policy would require the maintenance in every possible theater of operations of a fleet greater than the combined naval force of the enemy, a procedure that with our vast extent of coast line would involve a prohibitive expense". Het lijkt wel speciaal voor ons ge schreven en ook de andere argumenten door schrijver aangevoerd tegen geringschatting van de waarde van het leger voor de lands verdediging zijn dezelfde als bij ons tegen het Rapport van de Staats-Commissie 1912 gebezigd. Ook in ander opzicht brengt het artikel voor ons geen nieuws. 1) En Ned. Indië' 2) Dit is wat anders dan dat de vloot de hoofdtaak heeft bij de verdediging. 132

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 62