w B IS De Vestingartillerie niet meer altijd te Iaat. Op een guren herfstmorgen zat ik in een uitkijkpost opgericht in een hoogen boom, ergens op het eiland Voorne, en zag uit over de lage landen, waar „de vijand" draalde met het ontsteken van doelkardoesjes. Beneden aan den voet van den post kleumden een paar telefonisten bij hun toestellen, die wij in verbinding hielden met de beide bat terijen der afdeeling, die ik commandeerde En zoo, het voorterrein bespiedend en zachtkens gewiegd door den lieflijken Noordwesten wind, gingen mijn gedachten terug naar een schietkamp in Indië, hoog in het gebergte bij Garoet, waar ook eenige officieren zaten te wachten op het verschijnen van doelen en waar ook telefonisten zaten te klemmen in de morgenkoude van het dichte bosch. Een groot verschil was er echter tusschen hier en daar! Hier zie ik uit over het voorterrein, terwijl daar in Indië alle uitzicht belemmerd werd in het Groepsartilleriekwartier, dat midden in het bosch lag en bovendien nog op de van den vijand afgekeerde helling van een hoogen heuvel was ingericht. Toch zou zoowel hier door mij, als daar door die wachtende artillerie-officieren een gelijksoortige opdracht vervuld moeten worden, n.l. „het vuur met vestinggeschut openen op loonende doelen." Daar in Indië zou straks bij het verschijnen van een doel heel het ingewikkelde mechanisme in werking komen: De peilers zouden het aanpeilen en hun peilberichten over doen seinen naar het G. A. K. (groepsartilleriekwartier). Daar zou in het telefoonbureau van dat G. A. K., waar alle lijnen bestemd voor artilleriegebruik samenkomen, de berichten opge schreven worden en overhandigd worden aan den G. A. C. (groeps- artillerie- commandant). 80

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 8