omdat hem toch geen vertrouwen zal worden geschonken, daar hij
rang noch positie bezit.
Willen wij een vertrouwensman kiezen, dan moet deze niet alleen
ons vertrouwen waardig zijn, maar ook dat van de bevolking genieten.
Hij, die overwicht op haar kan uitoefenen zonder bepaald van
vorstelijken bloede te zijn, is onze man.
(Slot volgt.)
E. J. Geldorp.
169