werd door enkele debaters betoogd om het Ned voorschrift, althans
voor wat betreft marschveiligheids- en voorpostendienst, in zijn
geheel over te nemen
- Er zullen wel enkele noodzakelijke verschillen blijven, doch daaraan
is men spoedig gewend. Bij de artillerie, zoowel hier als in Hol
land, gaan de officieren telkens van de veid-(berg-naar de vesting
artillerie en omgekeerd en de verschillen in die reglementen zijn toch
zeker grooter dan die, welke in de tactische reglementen zouden
moeten blijven. En ik zou niet graag zeggen, dat die officieren
hunne reglementen niet kennen en ze niet wetei toe te pas
sen.
Het verschil in administratie en daarmede samenhangende voor
schriften is thans zeer groot Waar echter in verband met de in
voering der militie toch tal van nieuwe regelingen enz noodig zullen
zijn, worde dan zooveel mogelijk naar overeenstemming gestreefd.
Neemt men daarbij dadelijk als grondslag aan, dat de administratie
geheel overgaat naar de officieren van dat dienstvak, dan zal ook
dat bezwaar veel van zijn vroeger gewicht verliezen. Mannen van
het vak zullen de noodzakelijk blijvende verschillen en afwijkingen
in de administratie spoedig genoeg onder de knie hebben.
ad. 4°. Het persoonlijk belang der officieren heeft vroeger bij de
verschillende besprekingen steeds veel gewicht in de schaal gelegd.
Het zal wel geen betoog behoeven, dat ik als grondslag wil aan
nemen, dat dit zooveel mogelijk bevorderd moet worden, doch ver
meen aan den anderen kart voor overdrijving te moeten waarschu
wen. Door overdreven rekening te houden met het persoonlijk be
lang, zou het algemeene, het landsbelang te veel in de verdrukking
komen En dit mag niet, even goed als van de dienstplichtigen in
de toekomst meer gevraagd zal worden, even goed moeten zij hunne
roeping als officier volgen, zich daarvoor eenige meerdere opoffe
ringen getroosten.
Het is niet aan te nemen, dat er eene oplossing zal zijn te vin
den, waarbij niemand zich eenige opofferingen zal moeten getroos
ten; door familie-omstandigheden heeft de een zijne belangen in
Nederland en een ander in Indië
(Vvordt vervolgd) W. J. Lucardie,
1916. Kapt.-Adjudant der Infanterie.
1) Verg. de in den laatsten tijd over dit onderwerp in het I. M. T.
verschenen artikelen. Red.
224