op toepassing van bloedige weerwraak van de zijde der kwaad willigen, dan worden de goede gidsen ten slotte schaarsch. Geld speelt bij het verkrijgen van gidsen een groote rol, maar toch wordt deze quaestie door velen verkeerd beoordeeld. Wanneer men verneemt, dat kapitein A. of luitenant B. voor bruikbare gidsen eenige duizenden guldens ter beschikking heeft, is men licht ge neigd het succes van die heeren uitsluitend toe te schrijven aan de belangrijke sommen, die zij konden besteden. Ware dit zoo, de guerilla-oorlogen in onze koloniën zouden al zeer spoedig tot een eind zijn gebracht. Eiken patrouillecommandant zou men slechts ruim van geld be hoeven te voorzien, om over den verderen en spoedigen afloop gerust te zijn. Voor hen, die niet overtuigd zijn. mag het volgende tot nadenken stemmen. Het geld is te beschouwen als een der vele snaren van een lastig te bespelen instrument, waaraan in den regel slechts de ervarene den juisten toon weet te ontlokken. Beginnelingen nu mogen niet verwachten, dat op hun ver meende stradivarius maar dadelijk zoo'n dure snaar zal worden gespannen. Tegenover hen echter, die blijk geven dit instrument met succes te kunnen bespelen, is schrielheid uit den booze. Het opruimen van een bendehoofd ten koste van een belangrijk bedrag aan geld is voor de schatkist altijd nog goedkooper, dan wanneer door mis plaatste zuinigheid de duur van het verzet met een week of een maand verlengd wordt Voor juist bevonden spionnenberichten en aanwijzingen moet ruim in de beurs worden getast, zelfs als de onderneming is mislukt, doch dit te wijten is aan den troep of de minder doeltreffende maatregelen van den patrouillecommandant. Slechts al te gemakkelijk maakt men er zich gewoonlijk van af door bij niet-slagen tevens maar niet te betalen. Daardoor stoot men hen, die kostbare berichten kunnen mededeelen of aanwijzingen doen, van zich af. Aan een problematieke belooning heeft een goede gids weinig. Daartegenover staat, dat hij persoonlijk groot gevaar loopt,'waar mede dikwijls geen rekening wordt gehouden. Bij voorbaat zij toegegeven, dat in sommige zeldzame gevallen wel eens twijfel kan rijzen, aan wien het mislukken der onderne ming eigenlijk te wijten is, waarbij het haast van zelf spreekt, dat 226

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 18