gezichten en laat hem een paar schoten op het bivak lossen, zoo danig, dat zulks door een of meer kamponglieden wordt opgemerkt, zijnde voor den pseudo-djahat de beste aanbeveling om als bendelid te worden opgenomen. Een patrouille, die zich gereed maakt den schutter „hardnekkig" te achtervolgen, voltooit het eerste bedrijf van deze tragi-komedie. Meestal krijgt men er één man niet toe, om dit gevaarlijk hand werk uit te oefenen en zal men dus genoodzaakt zijn daartoe twee lieden maar ook niet meer die van eenig geld als voorschot worden voorzien, aan te wijzen. Ook de „ontvluchting" van een gevangen genomen bendelid moet wel overdacht zijn en met de meeste nauwkeurigheid in scène worden gebracht, wil de daarbij voor te zitten bedoeling kans van slagen hebben. Natuurlijk is^conditio. dat de patrouillecommandant een goede dosis menschenkennis heeft, dat de man zich voor zijn moeilijken rol bereid verklaart, men het niet onmogelijk acht, dat hij van plan is zijn belofte te houden en er een groot bedrag aan geld voor wil besteden. Weliswaar loopt men soms 50% en meer kans hem mimmer te rug te zien, maar dit moet men er voor over hebben. Veel is er trouwens niet bij te verliezen, want deze truc gaat t.o.v. een bepaald hoofd maar één maal op. In een kampong verblijf houdende, zal de patrouillecommandant den schildwacht, die den vluchteling in spé bewaakt, onder belof te van de meest strenge geheimhouding van zijn voornemen in ken nis stellen. De wachtdienst kan ongemerkt wel zoodanig worden ingedeeld, dat een volkomen vertrouwd fuselier op het gewenschte oogenblik de bewaking van den man op zich neemt. Liefst des nachts wordt hij losgelaten, waarop hem eenige schoten worden nagezonden, den troep en bevolking der kampong gealar meerd en in overleg met haar maatregelen getroffen, ten einde den vluchteling weder te doen vatten. Men kan nooit voorzichtig genoeg zijn met geheim te houden zaken. Daarom is het van belang niet meer menschen in het com plot te betrekken, dan strikt noodig is. Hetgeen de officier loslaat, belandt over troep, dwangarbeiders en kampongvolk in een mini mum van tijd bij den vijand. Een voornaam en tevens lastig ding is het bewerkstelligen van de verbinding met deze spionnen, te moeilijker als de vijand nimmer eenige dagen achtereen op één en dezelfde plaats verblijf houdt. 232

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 24