Bokschutters; Inschieten nan geioeren (c.q. karabijnen); Uerhooging nan sdiietnaardigbeid en schietuit- komsten bij den troep. (Vervolg van blz 144 1. M. T. 1917). naschrift. Indien gedacht wordt over het verbeteren van de methode van inschieten, zouden ook de navolgende kunnen worden toegepast: De schijf toont nu niet de bekende kruisschijf, doch een horizontale streep van 2 c. M. dikte en een verticale idem van 2 c. M. breedte, de verticale met den onderkant op 10 c. M. boven de eerstge noemde gelegen. Deze schijf (zie Plaat II) heeft dit voordeel, dat de bokschutter, als hij slechts vrij goed is, bij het richten onmiddellijk moet zien, wanneer hij buiten het zwart richt. Groote fouten kunnen dan m. i. moeilijk worden gemaakt. Men kan dan 3 a 4 patronen schieten op iedere streep en krijgt zoodoende gemakkelijk de hoogte- en breedteafwijking van het M. T., daar de schoten op de horizontale strook de hoogteafwijking en die op de verticale strook de zijdelingsche afwijking bekend stellen. Het is wellicht mogelijk, dat het nauwkeurig richten met gestre ken korrel op den middenonderkant van de thans gebezigde kruis schijf, welke 5 cM. dikke strooken vertoont, voor velen moeilijk heden oplevert, daar het hun b.v. niet opvalt, als zij eenigszins grof korrel nemen, doordat de korrel nog in het zwart blijft. Bij de 2 cM. dunne horizontale streep van de door mij voor ge stelde schijf komen ze echter direct in het wit terecht, hetgeen hun onmiddellijk opvalt en ze alsdan den korrel weer lager zullen nemen. Hetzelfde geldt voor de 2\ c.M. dunne verticale streep v.w.b. de rechtsche en linksche afwijking. Het spreekt vanzelf, dat de betrokken strooken behoorlijk verti caal en horizontaal moeten worden gezet (de verticale strook moet 234

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 26