En daarom, in het belang van onze zaak, deed het mij zoo'n ge
noegen de resultaten der proef te kunnen laten zien.
Dat alleen de bokschutters alhier (Semarang) in garnizoen zoo
zijn, dat is niet aan te nemen; ik ben er van overtuigd, dat men
zulks met mij eens is.
De cardinale fout zit hierin, dat bij de eischen, gesteld in het
schietvoorschrift aan de bokschutters, uitsluitend rekening werd ge
houden met de spreiding, terwijl absoluut buiten beschouwing bleef
de afwijking van het M. T.
Ik hoop dan ook als gevolg van Plaat I met bijbehoorende ta
bel, dat O. v. W. zal afstappen van zijne overtuiging, dat de voor
naamste reden van het kwaad daarin gelegen is, dat het controle-
schieten afgeschaft is.
Overigens heb ik voor mij niets tegen contröleschieten, echter
op één voorwaarde en wel, dat ook alweer de bokschutter, die de
controleserie schiet, geheel voldoet aan de door mij voorgestelde
eischen.
Ik schreef het bovendien zelf eenigszins op bldz. 148 ad 5° i.z.
het aanteekenen van het schijfbeeld in een verzamelstaat van de
compagnie.
Een rondvraag aan alle O. v. W. (b'dz. 7ö0) betreffende hunne
ervaringen ter zake zou ik afkeuren.
Het zoude slechts tot verwaring aanleiding geven, daar niet iedere
O. v. W. nauwkeurige proeven heeft genomen in zake het essentieele
van 't inschieten n 1. het schieten van de serie zelf.
Ik juich het ten zeerste toe, dat O. v. W. het ook urgent acht,
dat de geweren ieder jaar worden ingeschoten, doch ook al
weer uitsluit end door (als 5e alinea hierboven).
Men zou zoodoende tevens wellicht een aardig beeld kunnen krij
gen omtrent het zich wijzigen van het M.T
In deze zaak zou ik het tevens wenschelijk vinden, dat hiermede
door absoluut betrouwbare bokschutters maandelijks eenige proeven
werden genomen, daar deze kwestie feitelijk van groot belang is,
alhoewel bet kwaad door het jaarlijksch inschieten eenigszins wordt
geëlimineerd.
Ik zelf zou dit ook gaarne geprobeerd hebben door iedere maand
een zelfde kleine serie geweren even in te schieten.
Het is echter aan den anderen kant bijna gewaagd hier al te veel
den nadruk op te leggen, daar de kans zou bestaan, dat men zou
zeggen: Och, dat M.T. verandert immers toch, dus het komt op
het inschieten toch niet zoo nauw aan.
242