Dit aantal mag misschien overdreven toe schijnen, doch eerstens zijn het thans allen zonder uitzondering zieken, w.o. misschien een groot aantal min of meer ernstige, die moeten worden verzorgd, en aan den anderen kant zijn van het personeel der vrijwillige verpleging niet die zware diensten te vergen, welke in geval van nood van militaire verplegers kunnen worden gevorderd. Maar in elk geval zal in de eerste dagen het Roode Kruis mede moeten mobiliseeren, wil de mobilisatie van den militair-geneeskun digen dienst in bedoeld centrum niet grootendeels zijn uitgesloten. Ook nog van andere zijde zal naar vermogen moeten worden bijgesprongen. In alle garnizoensplaatsen op Java, waar de mili taire artsen voor de indeeling bij het leger moeten worden losge maakt, zal in hun dienst moeten worden voorzien, wat alleen met behulp van den burgerlijk-geneeskundigen dienst kan geschieden. Ook zal deze tak van dienst de verzorging op zich moeten nemen van die zieken, die moesten achterblijven, omdat verplaatsing over grooten afstand noodlottig voor hen zou kunnen worden (de hier- voren bedoelde strikt onvervoerbaren), ten behoeve waarvan in de te ontruimen ziekeninrichtingen een gedeelte van het voor hun ver pleging benoodigde materieel zal dienen te worden achtergelaten. De rest van het overtollige materieel komt ter beschikking van de Intendance, die het zeker hard zal kunnen gebruiken voor de verplegingsinrichtingen, welke in het centrum des lands zullen moe ten ontstaan, met de oprichting waarvan al dadelijk een aanvang zal moeten worden gemaakt met het oog op de te verwachten zie ken bij het gemobiliseerde leger, waardoor het kunstmatig in het leven geroepen minimum aantal zieken weer snel zal aangroeien en binnen niet al te lang tijdsverloop, laten we zeggen na ongeveer een maand, wel reeds weer zal zijn verdubbeld. Waar de hiervoor te treffen maatregelen niet behooren tot de onmiddellijk uit de mobilisatie voortvloeiende, zullen zij hierachter ter sprake worden gebracht en kunnen we terugkeeren naar het oogenblik, waarop wij den chef van den vereenigden gewestelij ken dienst op Java in zijn voorbereidingen voor de ontvangst van zoo'n groot aantal zieken hebben verlaten. Aannemende, dat hij er in geslaagd is zich voldoende van de hulp der vrijwillige ziekenverpleging te verzekeren, dan zal ook hier het mobiliseeren van het personeel op dezelfde wijze verloo- pen als in de overige afdeelingen en geen bijzondere moeilijkheden meer opleveren. 251

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 43