Rijssel - Douai te kunnen passeeeren. Nauwelijks slaan ze oostelijk af, of daar ziet de commandant op den straatweg Rijssel - Enne- tières verbindingsruiters en daarachter minstens één eskadron kuras siers, dus moet getracht worden zuidelijk van dit plaatsje te blijven. Ieder moet nu maar trachten zich zelve te redden, omdat de paarden niet meer kunnen, zij worden met het plat van de sabel aangespoord. Wie valt, is thans onherroepelijk verloren. Een wielrijder, die van Avelin naar Ennetières het bericht van die aanwezigheid van de vij andelijke patrouille wil overbrengen, wordt neergeschoten. Ten slotte wordt de groote straatweg bereikt, klautert men door de breede slooten ter weerszijden ervan en houdt oostelijk aan om dan in zui delijke richting af te buigen. De vijand zet blijkbaar de vervolging niet door. Na nog 40 KM. dwars door het terrein te hebben afgelegd langs Fretin-Auchie-Coutiches en Fiines-les-Raches komt de patrouille met verlies van 12 man weder in veilige haven en dus ook het belangrijke bericht omtrent Rijssel. 't Is werkelijk frappant, dat de eskadrons, die zuidelijk Rijssel kruisen, de patrouille niet eens kunnen vangen; voor ons cavaleris ten zeer zeker een groote troost, omdat zoo dikwijls beweerd wordt, dat ons nooit een kijk in de colonne of stelling zal worden gegund. De groote koelbloedigheid van den commandant, de wederkeerige aanhankelijkheid in de patrouille gepaard met het groote vertrouwen in hun makkers c. q. de paarden, brengt hen overal! Ik heb gemeend dezen patrouillerit uit den tegenwoordigen tijd in 't kort te moeten beschrijven, omdat er verscheidene van deze mo menten eene bespreking met het kader, bijv. bij de opleiding der officierspatrouilles, der moeite waard zijn. Ritmeester. 267

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 61