Bij de exercitiën loopen de B.M. in den pas, wat bij ons in
normale gevallen verboden is.
Wel is de toestand bij de Japansche marschcolonne wat anders
als bij ons, doordat in de eerste de geleiders gesloten in twee
dubbelrotten marcheeren, maar toch is er m i. veel voor te zeggen
om dit in den pas loopen ook voor onze B.M., die links e0"
rechts van de paarden gaan, voor te schrijven.
Ook de geleiders kunnen zonder bezwaar in den pas mar
cheeren.
Het neemt den vrij slordigen indruk weg, die thans een mar-
cheerende mitrailleur-compagnie maakt, dwingt de manschappen
tot meerdere oplettendheid en is eene goede oefening voor het
defileeren, waarbij toch thans al per sectie in den pas gemarcheerd
moet worden. Bovendien heeft dan het blazen van een marsch
door de hoornblazers reden van bestaan.
Bij de directie- en formatie-veranderingen van de compagnie valt
het op, dat andere afdeelingen dan die, waarop de beweging ge
schiedt, zich in den looppas bewegen.
Heeft de looppas voor gewone exercitiën niet veel nut, het is
toch zeer gewenscht om onze toch al dartele draagdieren te ge
wennen aan het rustig in rij en gelid blijven bij versnelde gangen
over eenige honderden meters afstand, waardoor het niet meer zal
voorkomen, dat een met spoed vooruitgezonden mitrailleursectie, in
een oogenblik ontaardt in een wanordelijken hoop menschen en
lustig om zich heen slaande paarden, welke den geheelen weg in
beslag neemt.
De vrees voor drukkingen, die, naar ik in den beginne bij de
4e compagnie opmerkte, er toe leidde om alles zoo kalm mogelijk,
soms ergerlijk kalm te doen, is ongegrond.
Bij goed aangehaalde singels zal eene regelmatige, snellere be
weging van de op het zadel heen en weer schuivende lasten geen
aanleiding geven tot opplooien van de dekens.
Dat de Japanners, die ook voor hunne infanterie groote waarde
hechten aan het beoefenen van den looppas, ook hunne mitrailleur-
paarden gewennen aan het zich bewegen in versnelde gangen, blijkt
uit punt 18, waar staat:
De marschsnelheid is dezelfde als die der infanterie. In
den „versnelden" pas behoeven de paarden niet in stap te blijven,
bij den „looppas" houden de geleiders de paarden „rustig"
De marschsnelheid kan zoo noodig gewijzigd worden
271