Het gevecht.
In het wetenschappelijk jaarbericht 1915 van de Indische krijgs
kundige vereeniging behandelt de toenmalige kapitein bij de
Mitrailleurs J. Peters het tactische gebruik van de veldmitrailleurs
in Japan aan de hand van een artikel uit de „Militaire Spectator," ter
wijl ook Fleck ons inlicht, omtrent het gebruik der mitrailleurs in
het Japansche leger.
Ik acht het dus overbodig om daarop nogmaals terug te komen
en wil daarom alleen vermelden, zooveel mogelijk in één afgerond
geheel, welke tadk in het Japansche voorschrift den commandant
van de in haar geheel optredende mitrailleurcompagnie is opgelegd.
Vóór het innemen der stelling.
Aan ordonnansen heeft de C. Ct. beschikking over den sergeant
majoor en de beide hoornblazers.
Zoolang de compagnie in reserve gehouden wordt, stelt de C. Ct,
zich op de hoogte van de voornemens van zijnonmiddellijken comman
dant, wijdt zijn aandacht aan het verloop van het gevecht, verkent
vermoedelijk door hem in te nemen stellingen en de naderingswegen
daarheen en houdt zich gereed om elk gewild oogenblik in het
gevecht in te grijpen.
Behalve met den commandant, onder wien hij gesteld is,!houdt de C.Ct.
verbinding met den commandant der naastbijzijnde troependeelen.
De beteekenis van dezen zin is mij niet recht duidelijk, tenzij deze
bepaling geldt voor den C. Ct, welke zijne compagnie reeds in
stelling heeft gebracht, en dan zal dat verbinding houden zich wel
bepalen tot het voeling houden met diens troep bij e^. door den
C. Ct. te geven bevelen.
Het kiezen en innemen der stelling.
Hiervoor gelden de algemeen erkende beginselen. Nadruk wordt
gelegd op het voordeel van flankstellingen en tevens op het feit,
dat in „werkelijkheid" het beeld, dat het gevecht vertoont, niet dermate
snel wisselt, als wij dit gewoon zijn te zien bij het nagebootste?
gevecht gedurende eene manoeuvre.
M. a. w. het is beter eenigen tijd meer te besteden voor
het kiezen der stelling, dan het overhaast innemen van eene minder
voordeelige stelling. Dit lijkt mij zeer juist gezien.
272